18 AUGUSTUS 1977
755
waarden voor toetreding zijn van dien aard dat
ieder die zich fatsoenlijk gedraagt daar terecht
kan; met rangen en standen heeft dit niets te ma
ken. De heer Welschen gebruikte het woord "volks
sport" en hij bedoelde daarmee waarschijnlijk te
zeggen dat deze sport wat meer moet worden veral
gemeniseerd. Wat moet anders onder "het volk" wor
den verstaan?
De VOORZITTER: Ik meen dat u nu zo langzamer
hand alles zult hebben gezegd wat u meende te moe
ten zeggen. De heer Welschen heeft gevraagd of het
voorstel kan worden aangehouden, welk verzoek
eigenlijk valt onder artikel 23 van het reglement
van orde voor de gemeenteraad. Ingevolge dat arti
kel kan het voorstel worden gedaan dit punt van de
agenda af te voeren, maar persoonlijk meen ik dat
daarvoor niet voldoende redenen aanwezig zijn. Ik
geloof ook niet dat de vraagstelling van de heer
Welschen bepalend moet zijn voor de standpuntbepa
ling van de raad. Hij vindt dat wel, maar vanzelf
sprekend mogen wij daarover van mening verschillen.
Ik ben van mening dat er nu besluitvorming door uw
raad kan plaatsvinden. Misschien willen andere le
den van het college hierover nog iets zeggen.
Wethouder BROEDERS: Ik stel er prijs op naar
aanleiding van de opmerkingen van de heer Crul aan
te geven hoe een en ander is gelopen. De heer Crul
zal zich herinneren dat ik hetgeen namens bepaalde
leden van de commissie jeugd en sport aan de orde
werd gesteld als niet behorende tot mijn porte
feuille en mijn eerste verantwoordelijkheid heb
beschouwd. De heer Crul zal zich eveneens herinne
ren dat ik mij bereid heb verklaard die opmerkin
gen in het college aan de orde te stellen. Ik heb
mijn secretaresse verzocht daarover een aanteke
ning te maken, omdat ik bang was dat ik het anders
zou vergeten. Toen ben ik echter uit de bocht ge
vlogen, want ik heb die aantekening niet gekregen.
Mijns inziens hebt u er recht op te weten hoe dit
is gelopen. Er is dus geen sprake van dat ik dit