18 AUGUSTUS 1977
757
ken in zijn volgende gesprek met de Lawn Tennis
vereniging deze brief nadrukkelijk onder de aan
dacht van het bestuur te brengen, opdat men weet
dat bij een bepaald gedeelte van de raad deze ge
voelens leven. Op die wijze kan dit punt bespreek
baar worden gemaakt.
De VOORZITTER: Ik zal graag horen wat de heer
Welschen hiervan vindt. Als hij hier niet mee ak
koord gaat zullen wij moeten stemmen over zijn
idee om dit voorstel een maand aan te houden.
De heer WELSCHEN: Wij menen dat de fase van
het doen van voorstellen, tussen-voorstellen en
dergelijke om tot een regeling te komen inmiddels
achter de rug is en wij verwachtten dan ook dat
het college met een gewijzigd voorstel zou komen.
Wat de heer Van Dun nu voorstelt heeft een aantal
elementen die ons aanspreken; dat is duidelijk.
Inderdaad willen wij in principe best met het
voorstel meegaan. Ik verzoek u daarom de besluit
vorming over dit punt na de pauze te doen plaats
vinden, zodat wij over het voorstel van de heer
Van Dun nog even kunnen praten. Ik neem aan dat
wij hiermee dan klaar kunnen komen.
De VOORZITTER: Ik wil daar wel mee akkoord
gaanmaar ik hoop niet dat dan weer van voren af
aan met de behandeling wordt begonnen. U kunt dan
in het kort uw oordeelsvorming uiteenzetten, waar
na tot besluitvorming kan worden overgegaan.
De heer WELSCHEN: Ik probeer mij in deze
vergadering aan de regels te houden; de moeilijk
heid is dan ook niet bij ons ontstaan.
De VOORZITTER: Onmiddellijk na de pauze zal
op dit punt worden teruggekomen. Ik vind dit rede
lijk, want nu kan er nog enig beraad plaatsvinden
in verband met niet bekende correspondentie.
Hierna worden de beraadslagingen over dit
agendapunt tot een later tijdstip in de
vergadering uitgesteld.