758
18 AUGUSTUS 1977
8. bijlage nr. 238
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT
WIJZIGING VAN ONDER MEER HOOFDSTUK IV IN DE
ALGEMENE POLITIEVERORDENING MET BETREKKING
TOT DE OPENBARE ZEDELIJKHEID. (M)
(dit agendapunt werd aangehouden in de raads
vergadering d.d. 23-6-1977)
De heer GEENE: Wij hebben kennisgenomen van
uw opvatting dat de situatie ten aanzien van onder
andere de commerciële sex in Breda niet van dien
aard is dat onmiddellijk politie-ingrijpen nood
zakelijk is. U acht aanpassing van de A.P.V. toch
noodzakelijk opdat u kunt optreden als zich op een
gegeven moment uitwassen voordoen. Verder bent u
van mening dat het verschijnsel als zodanig als
realiteit moet worden aanvaard. U stelt dat het
de overheid minder goed ligt nadrukkelijk de rol
van zedenmeester te spelen. Niettemin zult u zich
kunnen voorstellen dat in mijn fractie over dit
verschijnsel, dat zich ook in Breda steeds agres
siever en opdringeriger manifesteert, verschillend
wordt gedacht. In ieder geval staan wij niet te
applaudiseren als zich opnieuw een uitbreiding
daarvan aandient.
Er bereiken ons veelvuldig klachten, waarover
u overigens ook in uw nota spreekt. Door het alom
bekend worden van bepaalde adressen wordt het ka
rakter van een woonwijk, straat of flat ernstig in
het geding gebracht. Mijn fractie is van mening
dat ook deze aangepaste A.P.V. niet voldoende zal
blijken te zijn om de aantasting van het woon- en
leefklimaat van een wijk of straat te voorkomen.
Deze aanpassing beoogt enige verbetering te bren
gen in die zin dat men in situaties waarin men in
het verleden helemaal niet kon ingrijpen thans in
beperkte mate zal kunnen ingrijpen.
U noemt in uw nota drie doelstellingen. In de
eerste plaats wilt u de verschijningsvorm binnen
redelijke, lokaal passende en aanvaardbare propor
ties houden. In de tweede plaats wilt u het eigen