18 AUGUSTUS 1977 759 karakter van straat en wijk beschermen, terwijl u aantasting van het woon- en leefklimaat wilt te gengaan. Tenslotte beoogt u bescherming van de openbare orde, de veiligheid en de rust. Wij zou den deze doelstellingen wel willen onderschrijven, ware het niet dat voor een ruime uitleg van deze begrippen erg veel ruimte wordt gelaten. Wat is passend en redelijk en wat zijn aanvaardbare pro porties? Wie beoordeelt wanneer de grenzen van het toelaatbare worden overschreden als het toe laatbare niet duidelijk wordt vastgelegd en hoe kunt u politie-optreden vorderen als de doelstel lingen verschillend kunnen worden uitgelegd? Ogenschijnlijk lijkt sluiting van een inrichting, zoals in uw nota op bladzijde 10 is beschreven, een afdoende maatregel. In het licht van wat wel en niet toelaatbaar wordt geacht voorzien wij problemen en graag zal ik daarover dan ook nog eens uw mening vernemen. Ik wil vervolgens iets zeggen over het amen dement van de V.V.D., waarvan wij inmiddels ken nis mochten nemen. Deze fractie is van mening dat geen overbodige bepalingen in de A.P.V. moeten worden opgenomen en artikel 51b beschouwt men al dus. In de commissievergadering heeft de heer Taks naar de zin van dat artikel gevraagd. De VOORZITTER: Ik moet u erop wijzen dat ik geen amendement van de V.V.D. ken. U bent van dat amendement al op de hoogte, maar het is nog niet ingediend De heer GEENE: Ik wil mij graag aan de orde houden. Ik zal dat amendement dan straks wel be spreken, hoewel het mij nu al bekend is. De VOORZITTER: U bent gezegend met veel we tenschap, maar ik weet nog helemaal niet of dat amendement inderdaad aan de orde zal komen. Het is best mogelijk dat de V.V.D. tot wijsheid komt; dat weet je nooit. De heer GEENE: Ik kan dan een aantal woorden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 759