766
18 AUGUSTUS 1977
uitwassen voorkomen. Ook ten aanzien van andere
uitwassen als vechtpartijtjes en opstoppingen in
winkelstraten zijn er voldoende mogelijkheden om
op te treden en naar onze mening kan dat ook op
dit gebied. Als de ontwikkelingen gaan in een
richting die niet meer kan worden getolereerd, kan
onzes inziens het Wetboek van Strafrecht worden
gebruikt, met name artikel 250.
Dit geldt eveneens voor de bermprostitutie en de
verordening inzake de verwijdering, die daarmee
samenhangt. Het lijkt ons erg moeilijk dat artikel
toe te passen, want hoe kun je uitmaken dat wegen
of gedeelten van wegen niet meer mogen worden ge
bruikt? Je kunt dan ook het wandelen in het bos
wel gaan verbieden.
Artikel 51 betreft het etaleren van sex- en
andere artikelen. Naar onze mening kan dat voldoen-
de worden bestreden met artikel 240 van het Wet
boek van Strafrecht. Bovendien constateren wij in
Breda geen uitwassen op dat gebied.
In artikel 51a gaat het om de kwetsing van de
openbare zedelijkheid. In dit verband willen wij
verwijzen naar de artikelen 451 en 451 bis van het
Wetboek van Strafrecht. In dit artikel is sprake
van het zich ongekleed of gekleed op straat bevin
den, of van daaruit waarneembaar, op een wijze die
in strijd is met de heersende normen van zedelijk
heid. Wij vragen ons af of je überhaupt in deze
tijd nog kunt uitmaken welke kleding in strijd met
het fatsoen zou zijn. Wat kunnen er voor bezwaren
tegen worden gemaakt als mensen al of niet gekleed
op hun balconnetje zitten te zonnen?
Het amendement van de V.V.D. betreffende ar
tikel 51b hebben wij met graagte ondersteund, want
ook wij zijn van mening dat die bepaling niet meer
strookt met de opvattingen van deze tijd. Wij heb
ben over dit artikel en ook over de andere artike
len die nu worden voorgesteld overleg gepleegd met
onze werkgroep Rooie Vrouwen. Ik wil u graag mee
delen wat het commentaar van deze werkgroep was.
Zij vindt artikel 51b het meest afschuwelijke ar-