18 AUGUSTUS 1977
767
tikel dat bij deze wijziging wordt voorgesteld.
Men beschouwt het als een beperking van de vrij
heid, waarvan met name de vrouwen het slachtoffer
worden. De werkgroep vindt het heel vreemd dat aan
de verkoop van deze gezonde artikelen beperkin
gen worden opgelegd, terwijl ongezonde artikelen
als sigaretten dag en nacht en overal kunnen wor
den verkocht.
Ook artikel 51c, waarin het gaat over vermom
ming en maskering van aanstootgevende aard, is bij
onze fracties in het verkeerde keelgat geschoten.
Wij kunnen ons voorstellen dat in het verleden een
dergelijke bepaling is opgenomen, maar thans vin
den wij het bijna niet te pruimen dat zo'n artikel
wordt gehandhaafd. Het is de vraag wat überhaupt
onder gemaskerd en vermomd moet worden verstaan.
Met verschillende anderen ben ik van mening dat we
eigenlijk allemaal met een masker lopen. Wij vra
gen ons dus af wat in vredesnaam de zin van dit
artikel is.
Artikel 5ld, dat het gebruik van urinoirs be
treft, is onzes inziens eveneens overbodig. Als
daar moeilijkheden bij voorkomen, kan met het Wet
boek van Strafrecht in de hand daartegen worden
opgetreden. Als een vanzelfsprekendheid wordt dit
door de maatschappij zelf gecorrigeerd.
Ik wil tenslotte als conclusie van mijn be
toog een aantal amendementen indienen. Ik dien een
vijftal amendementen in, opdat men, als men tegen
enkele punten is, niet het geheel behoeft te ver
werpen.
Het eerste door de heer Oomen c.s. ingediende
amendement luidt als volgt:
"De leden van de raad der gemeente Breda, de
heren Oomen, Crul en Kaarsemaker en mevrouw Munt-
jewerff-van den Hul,
stellen de raad voor te besluiten als volgt:
De raad der gemeente Breda,
gelezen het voorstel van burgemeester en