776
18 AUGUSTUS 1977
woord op mijn betoog in eerste instantie. In de
commissie algemene zaken hebt u gezegd dat u er
in overleg met de politie en justitie toe bent ge
komen de A.P.V. aan te passen. Hieruit blijkt dat
de behoefte daaraan werd gevoeld. U hebt nog eens
duidelijk gezegd dat u wilt voorkomen dat de in
strumenten ontbreken op het moment dat er moet
worden opgetreden. Om die reden zijn wij het ook
eens met de aanpassing van de A.P.V.
Ik wil vervolgens ingaan op het amendement
van de heer Taks dat door leden van de Federatie
van Fracties van P.v.d.A. en P.P.R. mede is onder
tekend. In de commissievergadering heeft de heer
Taks al opmerkingen gemaakt over artikel 51b en
ik was het met zijn motivering toen wel eens, maar
nadat ik enige informaties bij enkele ambtenaren
en bij de politie heb ingewonnen moet ik zeggen
dat dit artikel wél zin kan hebben. U hebt gezegd
dat het helemaal niet de bedoeling is dat artikel
streng te gaan toepassen, maar u wilt het alleen
hanteren als zich uitwassen voordoen. Gezien de
hinder die anderen hiervan kunnen ondervinden
moet u naar mijn mening die mogelijkheid ook heb
ben. Onze fractie is derhalve van oordeel dat ar
tikel 51b dient te worden gehandhaafd.
De inhoud van de amendementen van de heer
Oomen, voorzover ik die ken, strookt niet met onze
opvattingen over hetgeen in een stad wel en niet
dient te worden bevorderd en zich wel of niet vrij
moet kunnen ontwikkelen. Nu er toch al een soepele
toepassing van de A.P.V. is aangekondigd gaat het
de C.D.A.-fractie te ver om het politie-optreden
in een groot aantal gevallen te bemoeilijken. Nu
is dat al moeilijk en door de artikelen geheel te
schrappen zal het vermoedelijk nog moeilijker wor
den. In het kader van de slogan "een schone stad"
past naar onze mening ook een gematigde en niet te
zeer kwetsende tentoonstelling en aanprijzing van
goederen en diensten welke lang niet door iedereen
als positief worden ervaren; zo is het namelijk
nog altijd. Vele inwoners van deze stad benaderen