782 18 AUGUSTUS 1977 bedoelingen welke wij met deze wijziging van de A.P.V. hebben kan hij akkoord gaan. Aan mijn antwoord in eerste instantie aan de heer Taks kan ik ook niet veel meer toevoegen. Ik heb al gepoogd iets te zeggen met betrekking tot de landelijke situatie en de heer Taks heeft de vier a vijf argumenten herhaald. De heer Taks heeft gezegd dat hierbij de openbare orde niet in het geding is, maar daar ben ik eveneens al op ingegaan. Het is niet uitgesloten dat de leefbaar heid daardoor in het geding kan komen. Aan het adres van de heer Oomen wil ik opmer^ ken dat er inderdaad wellicht enige misverstanden zijn ontstaan. Het Wetboek van Strafrecht, de taak en het optreden van de rechter in dezen en het op leggen van straf betreffen in dit geval een iets andere zaak. Hierbij gaat het om het stellen van een bestuurlijke daad en om een maatregel die van wege het gemeentebestuur wordt genomen. De heer Kaarsemaker maak ik mijn excuses voor het feit dat ik zijn vragen zojuist niet heb be antwoord. Hij heeft naar aanleiding van een stel ling in het stuk Gemeentelijk Beleid en Openbare Zedelijkheid op de woonfunctie van de Bredase binnenstad gewezen en de uitspraken van het colle ge ter zake. Ik geloof echter dat de uitspraken inzake de woonfunctie van de binnenstad volstrekt onverlet blijven. Deze behouden de prioriteit die zij in het verleden hebben gekregen. Hierna wordt het amendement van de heer Taks c.s. in stemming gebracht en met 17 tegen 16 aan genomen VOOR stemmen mevrouw Koek-van Merkom, de heer Taks, mevrouw Stutterheim-Edelingde heer Wel- schen, mevrouw Muntjewerff-van den Hul, de heren Crul en Houben, mevrouw Giebels-Sprengersde he ren Dees, Koertshuis, Martens, Oomen, Van Assel- donk, Kaarsemaker, Paquay, Dreef en Suurmeijer. TEGEN stemmen de heren Goos en De Raaf

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 782