784 18 AUGUSTUS 1977 daarin nauwelijks kunnen vinden, zeker nu de door ons ingebrachte amendementen niet zijn overgeno men. Uw laatste argument dat de lokale overheid bestuurlijk moet kunnen optreden vinden wij niet juist. Wij vinden dat de artikelen 13, 16 en 31 van de huidige Algemene Politie Verordening, die betrekkinghebben op de openbare orde en het ge ven van vertoningen, voldoende mogelijkheden bie den om op te treden als er uitwassen ontstaan. Met spijt in het hart verzoekt de Federatie van frac ties u dan ook aan te tekenen dat zij tegen het voorstel van b. en w. is. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het geamendeerde voorstel van burgemeester en wethouders besloten, met aan tekening dat de heren Paquay en Dreef, me vrouw Stutterheim-Edeling, de heer Welschen, mevrouw Muntjewerff-van den Hul, de heren Crul en Houben, mevrouw Giebels-Sprengers en de heren Martens, Oomen en Kaarsemaker geacht willen worden te hebben tegengestemd. 9. bijlage nr. 239 NOTA OVER INSPRAAK. (M) (dit agendapunt werd aangehouden in de raads vergadering d.d. 23-6-1977) De heer GEENE: Het C.D.A. als partij heeft zich al geruime tijd met het fenomeen "inspraak" beziggehouden. Een werkgroep heeft discussiemate riaal aangedragen waarover in breder verband is gediscussieerd. Bovendien zijn verschillende in spraakprocedures uit andere gemeenten door die werkgroep bestudeerd. Het is duidelijk geworden hoe complex het gehele inspraakgebeuren is. De evaluatie van een aantal inspraakprocedures heeft ons tot een elftal conclusies gebracht, die ik in de commissievergadering heb genoemd en nu niet be hoef te herhalen. Bovendien kunnen belangstellen^ den onze evaluatienota gratis op het secretariaat van de fractie verkrijgen. Vanavond wil ik mij beperken tot een aantal

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 784