796
18 AUGUSTUS 1977
Omdat bij deze vorm van meebeslissen geen be
voegdheden worden overgedragen, verdient het naar
onze mening de voorkeur niet de term "participa
tie" te gebruiken, maar te spreken van "inspraak".
Wij delen de opvatting van het college dat een ac
tief gemeentelijk voorlichtingsbeleid de voornaam
ste voorwaarde voor doeltreffende inspraak is. Deze
duidelijke intentieverklaring in de nota geeft al
le vertrouwen dat de informatieverstrekking niets
te wensen zal overlaten. Wij zijn van mening dat
als gedragsregel voor het verstrekken van informa
tie moet gelden dat de insprekende burgerij in be
ginsel over dezelfde informatie zal kunnen beschik
ken als de leden van de raad en dat beperking van
de openbaarheid slechts het gevolg mag zijn van
vrees voor een aantoonbare mogelijkheid van schade
aan privébelangen of bevoordeling van groepsbelan
gen boven het algemeen belang. In dit verband mag
niet voorbij worden gegaan aan de positie van de
ambtenaar, wiens taak door de inspraak in belang
rijke mate wordt verzwaard en die bij het naar
buiten treden in contacten met de burgerij en bij
het openbaar maken van ambtelijke stukken in een
uiterst kwetsbare positie kan komen te verkeren.
Deze problematiek is enige tijd geleden in de com
missie personeelszaken aan de orde geweest, aan de
hand van een nota met discussiepunten rond het
ambtelijk optreden naar buiten. Bij die gelegen
heid is naar voren gekomen dat er momenteel nog
te weinig praktijkervaring beschikbaar is om al
tot aanpassing van de rechtspositieregeling over
te gaan, terwijl bovendien de wensen van de vakor
ganisaties ter zake nog weinig concreet zijn. Zo
lang er nog geen nadere regeling tot stand is ge
komen, kunnen eventuele problemen naar onze mening
worden voorkomen als de ambtenaar in zijn optreden
naar buiten de gebruikelijke terughoudendheid in
acht neemt en zich er niet toe laat bewegen in het
openbaar met de bestuurders in discussie te tre
den. Overigens doen zich, voorzover ons bekend, in
Breda problemen van deze aard niet voor.