808
18 AUGUSTUS 1977
waarin wordt geconstateerd dat er over een aantal
punten inzake inspraak afwijkende inzichten be
staan tussen enerzijds het college en de C.D.A.-
en V.V.D.-fracties en anderzijds de Federatie van
Fracties van P.v.d.A. en P.P.R. Bij handhaving
van de motie zullen we consequent zijn en tegen
de motie stemmen.
De VOORZITTER: Ik zal proberen hier nog iets
over te zeggen, maar dat is heel erg moeilijk,
want hoewel wij allen Nederlands spreken lijkt
het er soms toch op dat wij elkaar niet verstaan.
Dat geldt met name voor de vraag wat wij nu eigen
lijk doen en wat de slotsom van ons verhaal, ons
besluit, is.
De heer Crul heeft gezegd dat wij van het be
gin af aan over deze kwestie hebben gesproken en
ik erken dat ook, maar de heer Crul zal aan de an
dere kant moeten toegeven ik heb zijn papieren
nog bij de hand dat de besprekingen goeddeels
de procedure betroffen. Dat mag uiteraard en ik
zeg dan ook niet dat dat verkeerd wasmaar de
heer Crul zal erkennen dat de commissie algemene
zaken, niet door de schuld van het college en ook
niet vanwege bepaalde opvattingen, wellicht te
laat met een inhoudelijke bespreking is begonnen.
De heer Crul heeft er bij wijze van voorbeeld op
gewezen dat uit de een of andere nota het woord
"democratisering" is verdwenen en een ontsnappings
mogelijkheid is ingebouwd. Ik weet niet over welke
nota hij het had, maar ik wil hem zeggen dat door
het college van burgemeester en wethouders de
laatste maanden, vóór de openbare behandeling in
de raad, totaal niets aan de formulering van de
nota is veranderd.
De heer CRUL: Er is een stuk weggelakt waar
door er een opening is ontstaan. Met name het ge
deelte over de democratisering van het bestuur is
verdwenen
De VOORZITTER: Veronderstelt u nu werkelijk