18 AUGUSTUS 1977
809
dat wij dingen zijn gaan schrappen? Ik kan mij
dat bijna niet voorstellen.
De heer Kaarsemaker is nader ingegaan op het
telefonische contact dat op 14 juni plaatsvond.
Door dezelfde heer Kaarsemaker is een tekst inge
leverd die voor de fracties van de Partij van de
Arbeid en de P.P.R. aanvaardbaar was. Ik moet u
nu toch die tekst voorlezen en tegelijkertijd ver
melden wat het college daarvan heeft gezegd; ik
vind dat correct en eerlijk. De heer Kaarsemaker
heeft in zijn tekst gesteld: "De uitvoering van
het praktisch inspraakbeleid voortdurend te toet
sen aan de inspraaknota en de inbreng van de
raadsfracties bij de behandeling van de nota over
inspraak." Het college heeft geconstateerd dat er
in de commissie algemene zaken door leden van die
commissie vanuit hun fracties opmerkingen zijn
gemaakt en wensen zijn geuit, welke nog aan de
orde moeten komen. De commissie heeft evenwel
eenstemmig gezegd dat op dit moment de nota geen
wijziging behoeft; dat is gewoon het resultaat
van de behandeling in de commissie. De heer Kaar
semaker stelt verder dat over de inbreng, die in
het bijzonder is toegespitst op de inhoudelijke
en procedurele aspecten, regelmatig overleg moet
worden gepleegd in de commissie algemene zaken en
in de gemeenteraad. Het college stelt dat de in
breng tijdens de behandeling van de nota-inspraak
in het bijzonder die met betrekking tot de inhoud
en de praktische toepassing van de inspraaknota,
uitvoerig op zijn waarde moet worden geschat en
beoordeeld. Vervolgens stellen wij dat wij hier
over in de commissie algemene zaken de discussie
en het overleg zullen voortzetten. Afhankelijk
daarvan zullen wij dan in de gemeenteraad terug
komen. Blijkbaar gebruiken wij toch niet dezelfde
taal en verstaan wij elkaar niet, wat betreurens
waardig is, met name in een geval als dit. Wij
kunnen daarover blijven redekavelen, maar wij
zullen dat maar niet doen. In de motie wordt ge
sproken over de vuistregels die in de commissie