18 AUGUSTUS 1977
815
gemaakt en de "1" moet dan ook in een "2" worden
veranderd. Ik dank de heer Goos voor het feit dat
hij hierop wees.
Naar mijn beste weten is de parkeernota een
halfjaar geleden al verschenen en ook naar de
raadsleden gestuurd. Ik kan mij voorstellen dat
de heer Goos door de veelheid van boeken en verha
len de draad even kwijt is geraakt, maar wij heb
ben de parkeernota naar de raadsleden gezonden
met een begeleidende brief waarin stond dat wij
deze nota in het kader van de procedure ten aan
zien van het verkeerscirculatieplan zullen betrek
ken.
Ik wil in aansluiting op de woorden van de
heer Ten Wolde nog iets in de richting van de heer
Paquay zeggen. Als wij met bepaalde studies bezig
zijn, kan moeilijk worden gesteld dat wij helemaal
niets mogen doen voordat die studies geheel gereed
zijn, want er zijn bepaaldelijk situaties denkbaar
waarin daarop moet worden vooruitgelopen. Met name
vanuit de middenstand in de binnenstad is om de
thans voorgelegde oplossing gevraagd en terecht
omdat er een aantal kortparkeerplaatsen is wegge
vallen door bebouwing in de binnenstad. Om die
reden is er sprake van een urgente situatie. Bo
vendien strookt hetgeen wij nu voorstellen met de
intentie en de redactie van de op 8 en 9 maart
1976 genomen besluiten ten aanzien van de binnen
stad; dat heeft de heer Paquay buiten beschouwing
gelaten. Als principe-besluit hebben wij toen
aangenomen dat naast het bannen van het doorgaand
verkeer uit de binnenstad die binnenstad voor
kortparkeerders zal worden ingeruimd, terwijl de
langparkeerders zo ver mogelijk van de binnenstad
zullen komen te liggen. Wij hebben daartoe beslo
ten en nu werken wij dat uit. Het verkeerscircu
latieplan is op de besluiten ten aanzien van de
binnenstad gebaseerd en daarom geloof ik dat het
voorstel strookt met de intenties van de meerder
heid van de raad; het is van belang dat wij dit
besluit thans nemen. Namens het college moet ik