836 22 AUGUSTUS 1977 inhoudende dat het sociaal leefklimaat nu zou moe ten worden verbeterd. Om kort te gaan: in dit sta dium, in overeenstemming met de gemaakte afspraken en gezien het participatieproces, wijst het colle ge de motie af. De heer VAN ASSELDONK: Toen ik het woord "nachtmerrie" gebruikte, klonk dat misschien enigs zins overdreven, maar ik wil toch niet verhelen dat degenen die bij deze renovatie betrokken zijn, door deze problematiek slapeloze nachten hebben. Ik denk dan zowel aan de wethouder zelf als aan de bewoners en de ambtenaren. Mijn opmerking was niet als een veeg uit de pan bedoeld en zo heeft de wethouder haar ook niet behandeld; vast staat echter dat de betrokkenen veel zorgen hebben: de ambtenaren vragen steeds weer om extra mensen, de bewoners vragen steeds om meer begrip en de wet houder moet de gang van zaken in de raad trachten te verdedigen. Op het gebied van de inspraak stel ik vast dat je ook als raadslid aan het afgeven van een stukje verantwoordelijkheid zult moeten wennen. Terecht heeft de wethouder gewezen op de afspraak dat het eventuele signaal aan de raad van de beide groepen gezamenlijk afkomstig zou moeten zijn, zo wel van de bewoners als van het bouwteam, de amb tenaren of hoe men die tweede groep ook wil aan duiden. Ik vraag mij echter af of iedereen ook de bewoners wel goed van die afspraak op de hoogte is, want wij zijn in dezen door de bewoners eenzijdig benaderd. Dit is geen verwijt maar de constatering van een feit en hoewel de wethouder in het verleden inderdaad heeft gezegd dat er een signaal van beide partijen zou moeten komen, heb ben wij het nodig gevonden ook op dit signaal van de ene kant in te gaan. Wij doen dat wel meer, want wij weten niet wat er in alle wijken aan de orde is en wordt afgesproken. De wethouder heeft gezegd dat hij verleden week besprekingen in Den Haag heeft gevoerd. Ik

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 836