83 17 FEBRUARI 1977 30. bijlage nr. 60. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN GEMEENTELIJKE BIJDRAGE VAN 25.200,AAN DE STICHTING TOT CODIFICATIE VAN NEDERLANDSE VOLKSVERHALEN TOT BEHOUD VAN HET TOTALE BEZIT VAN DEZE STICH TING VOOR NOORD-BRABANT. (S) De heer VISSER: Mijn fractie is blij dat dit voorstel eindelijk de raad heeft kunnen bereiken. Het verheugt ons dat op deze wijze het gehele be zit van de stichting voor ons nageslacht kan wor den behouden. Wij vinden het echter wel enigszins verwonderlijk dat het concrete positieve standpunt in dezen van het ministerie van C.R.M. zo lang op zich heeft laten wachten. Ik heb dat niet goed begrepen, want C.R.M. staat bekend als een zeer vooruitstrevend ministerie; ik zou de wethouder dan ook willen vragen of het hem bekend is waarom deze zaak zo lang moest worden opgehouden. Eén van mijn fractiegenoten heeft in de frac tievergadering een vraag gesteld over punt 1 op blz. 2 van het voorstel. Hier staat dat de stich ting tot codificatie van Nederlandse volksverha len haar bezittingen om-niet ter beschikking van het provinciaal bestuur van Noord-Brabant stelt. Toch moet er 85.400,worden betaald, waarvan wij 25.200,voor onze rekening moeten nemen. Ik weet niet zeker of op dit punt objectief beke ken duidelijkheid bestaat, maar ik meen dat het van de antwoord van de wethouder afhangt in hoe verre hij genoegdoening kan geven. Overigens is mijn fractie, zoals men zal hebben begrepen, vóór het voorstel. Wethouder SANDBERG: De heer Visser heeft ge vraagd waarom het ministerie van C.R.M. zo lang heeft gewacht. Dit is mij niet volledig in alle facetten bekend. Ik weet dat zich gevallen van ziekte hebben voorgedaan, maar men kan er natuur lijk lang over blijven discussiëren of daardoor geheel is geëxcuseerd dat het meer dan een half

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 83