842
22 AUGUSTUS 1977
teneinde op de verwezenlijking van de oorspronke
lijke doelstelling af te stevenen. Naar onze me
ning moet aan een goede gang van zaken in de Ge-
rardus Majellawijk prioriteit worden gegeven, zo
als in de vorige raadsperiode prioriteit is gege
ven aan het zwembad in Breda-Noord: de verwezen
lijking daarvan heeft op een gegeven ogenblik erg
veel nadruk gekregen en is er doorheen gekomen.
Nu het proces al vele jaren duurt, hebben de be
woners van de Gerardus Majellawijk er onzes in
ziens recht op dat de oorspronkelijk uitgezette
koers wordt gevolgd en dat de doelstelling wordt
gehaald. Weliswaar is de participatieprocedure
aan de gang, maar de bewoners hebben zelf in de
contacten met de verschillende fracties te ver
staan gegeven dat de doelstelling in gevaar komt.
Wij menen dan ook dat zich vanavond een zeer ge
schikt ogenblik om bij te sturen voordoet. We kun
nen beter nü bijsturen dan dan we op het eind van
de rit tot de conclusie moeten komen dat de plan
nen te duur zijn en dat de bewoners er niet mee
akkoord kunnen gaan. We vinden dat we een eigen
verantwoordelijkheid hebben en dat we die ook als
raad moeten uitspreken. Het eerste doel van de
motie is erg wezenlijk voor de resterende fase.
De heer VAN ASSELDONK: Over wie spreekt de
heer Houben nu als hij het woord "wij" gebruikt:
de federatie van fracties P.v.d.A./P.P.R. of de
Bredase gemeenteraad? De wethouder heeft zojuist
hetzelfde verteld. Het lijkt erop dat de motie van
de heer Houben een motie van wantrouwen is en ik
ben dan ook blij dat wij onze steun er niet aan
geven.
De heer HOUBEN: De wethouder spreekt volgens
mij namens het college en niet namens de raad.
Aan de andere kant proberen wij door middel van
onze motie een standpunt aan de raad te ontlokken;
dat zijn naar mijn mening twee verschillende din
gen. Het college heeft zijn eigen verantwoorde
lijkheid; wij vinden dat de raad de koers in grote