22 AUGUSTUS 1977 845 initiatief tot een dergelijk gesprek nemen. Het is geenszins mijn bedoeling met de heer Houben geintjes te maken; we hebben dat vroeger gedaan en het hoeft nu niet meer. Het ging mij er om dat de heer Houben de enigszins abrupte redene ring laat horen dat 't slecht gaat in de binnenstad en dat hij zich daarbij baseert op een krante-ar- tikel dat niet uit de koker van de gemeente komt. Hij heeft daar de Gerardus Majellawijk bij betrok ken en hij heeft, na elke participant te hebben verontschuldigd, het college van burgemeester en wethouders het bestuurlijk verwijt gemaakt dat dit college te weinig aandacht aan de binnenstad be steedt. Ik krijg bijna behoefte tegen de heer Hou ben te zeggen: ook hier heeft u ongelijk. Ik kan erop wijzen dat in de binnenstad ook de problema tiek van de militaire terreinen aan de orde is en dat het niet aan ons ligt dat we daar al zo lang mee bezig zijn. De raad zal bovendien worden ge confronteerd met het sociaal plan voor de binnen stad, dat verleden week door het college is goed gekeurd. De raad is voorts al in het bezit van het verkeerscirculatieplan voor de binnenstad en van de parkeernota. De heer Houben zal wel denken dat dit alles er niets mee te maken heeft, maar ik ga door: men krijgt het actieplan voor de Spoorbuurt in huis en we zijn op weg naar het structuurplan voor de binnenstad, inclusief de Gerardus Majella wijk. In dit verband komt bij een bestuurlijk col lege, hoewel we elkaar niet mogen sparen, het on genuanceerde en onbewezen verwijt van de heer Hou ben nogal hard overDaar worden we voor betaald maar ik erger mij aan het onbewezen karakter van het verwijt. Ik heb de indruk dat de heer Houben met de fracties waarvoor hij het woord heeft ge voerd, in een participatie-proces wil ingrijpen: dat is mijn grot.e bezwaar. Wij zijn niet te be roerd om gezamenlijk te constateren dat beoogde doelstellingen niet worden gehaald, doch wij zijn niet op eerste afroep uit de raad bereid zulks te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 845