22 AUGUSTUS 1977 851 als dat nodig mocht zijn naar de bekende plaatsen verwijzen. Wij nemen echter aan dat iede re Bredanaar in Breda, in hoge nood verkerend, er gens terecht kan; niet alleen zoals zo vaak wordt gezegd -- bij de neringdoende middenstand, maar ook in de genoemde gebouwen. De VOORZITTER: Zijn er nog mensen die over het vöórstel willen praten? Het lijken hier wel algemene beschouwingen als voorproefje van de be grotingsbehandeling. U mag niet verwachten dat de wethouder, onvoorbereid als hij is, de gestelde vragen kan beantwoorden maar misschien wil hij het toch proberen. Wethouder VAN DUN: Ik zou onvoorbereid zijn, ware het niet dat de oude tijden weer herleven en dat de heer Oomen niet de eerste in deze raadszaal is die deze vraag stelt. De vraag is eerder ge steld door zuster Koppelaar, eertijds lid van de KVP-fractie en eveneens door de heer Woestenberg die destijds lid van onze raad was. Het is fijn dat dit initiatief nu door de heer Oomen wordt overgenomen Je vraagt je soms wel met verbazing af hoe sommige dingen in je portefeuille terechtkomen. Daarom is het een verheugend verschijnsel dat de heer Van Asseldonk de "link" naar cultuur legt. In alle ernst kan ik mij de vragen van de heren Oomen en Van Asseldonk wel voorstellen. Het is inderdaad zo dat alle gemeentelijke gebouwen openbaar zijn en het is verheugend te zien dat bij de nieuwbouw van de bibliotheek metterdaad voor beide geslach ten dit soort instrumentarium wordt aangeschaft. Dat zal naar mij is bericht ook bij de nieuwbouw van het onderkomen voor de sociale dienst en het bureau bevolking gebeuren, alsmede bij de fietsen stalling die straks ten behoeve van de bibliotheek wordt ingericht. Ik meen dat wij deze epineuze aangelegenheid in alle bescheidenheid hebben opge lost, hoewel het natuurlijk een probleem blijft waar men 's avonds naartoe moet. Uit de woorden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 851