22 AUGUSTUS 1977 853 De heer VISSER: Mijn fractie stelt het op prijs dit agendapunt niet zonder reactie te laten voorbijgaan, omdat zij dit collegevoorstel uit drukkelijk wenst toe te juichen. U weet dat de W.W. onder het ministerie van Sociale Zaken valt en daarom hebben wij bij dit voorstel te maken met een geregionaliseerd sociaal-cultureel werk dat onder dit departement valt. U kunt in de tweede alinea lezen wat in dit voorstel met sociaal-cul tureel werk wordt bedoeld, namelijk door middel van vorming te trachten alle nadelige gevolgen van de werkloosheid te neutraliseren. Van mijn kant twee opmerkingen. In de eerste plaats wil de vakbeweging de gemeente blijkens de nota meer en meer bij dit werk gaan inschakelen. Het gaat daarbij dan vooral om activiteiten, die ten goede komen aan werklozen en arbeidsongeschik ten. Bij welzijnsactiviteiten hecht de vakbeweging terecht meer aan vormingswerk dan aan tijdspasse ring via recreatieve voorzieningen, hoewel dat laatste volstrekt niet gemist kan worden. In de tweede plaats hebben wij als' gemeente raad de vaak onsympathieke taak om ook bij het prachtige, vaak uitkomst brengende welzijnswerk op de financiële kant te letten. De uitvoeringskosten van dit werk zijn begroot op 125.000,en dit bedrag is voor 100% subsidiabel van rijkswege. Nu is bekend dat sociale zaken niet zo heel erg snel is met het betalen, hetgeen betekent dat wij moe ten voorschieten en dus rente derven. Regionalise ring is natuurlijk prachtig, maar dan moet de pe riode van voorfinanciering wel sterk worden inge kort. Dit neemt niet weg dat wij verheugd zijn over dit sympathieke voorstel. Dat geldt natuur lijk ook voor voorstel nr. 269 onder agendapunt 27 met het oog op vorming en scholing van Surinamers. Mevrouw STUTTERHEIM-EDELINGHet is voer ie mand, die zelf nooit onvrijwillig zonder werk is geweest, nauwelijks mogelijk zich de situatie van de werkzoekende medemens in te denken. Het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 853