856
22 AUGUSTUS 1977
nota kan komen die te maken heeft met de directe
vertegenwoordiging van het personeel van de B.S.W.
in het bestuurscollege. U weet dat er de laatste
tijd nogal gediscussieerd wordt over de vraag, in
hoeverre de mensen die bij bepaalde bedrijven
werken in het bestuur vertegenwoordigd zouden moe
ten zijn. Als gemeente zouden wij met name kunnen
proberen in het bestuurlijk college dat is de
B.S.W.-commissie een vertegenwoordiger op te
nemen van het personeel of van de medewerkers. Wij
willen het produceren van een nota daarover gaarne
aan de wethouder overlaten en wij zouden u willen
verzoeken die nota vervolgens te bespreken in de
commissie voor maatschappelijke dienstverlening
en uiteraard ook in de B.S.W.-commissie zelf. Daar
komt nog bij dat wij de wethouder zouden willen
vragen hierbij het nieuwste besluit van minister
Boersma te betrekken ten aanzien van de organen
van overleg over sociale werkvoorziening, welk be
sluit betrekking heeft op het overleg binnen de
B.S.W. zelf, dus los van het bestuurscollege.
Wethouder DE RAAFF: De heer Oomen vraagt niet
meer en niet minder dan een nota, waarin een en
ander op een rijtje wordt gezet met betrekking tot
de directe vertegenwoordiging van personeelsleden
in het bestuur van de sociale werkvoorziening. Hij
heeft die vraag nog niet eerder aan mij gesteld en
ik moet er eerst eens over nadenken, want ik voel
er niet veel voor op dit moment reeds een nota toe
te zeggen. De aangelegenheid is voor mij betrekke
lijk nieuw en ik moet er echt eerst eens over na
denken.
De heer OOMEN: Komt u er in de commissie
misschien nog op terug?
Wethouder DE RAAFF: Dat kan wel.
De heer OOMEN: Op het probleem als zodanig?
Wethouder DE RAAFF: Ja.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten