858
22 AUGUSTUS 1977
plaatsvervangend lid benoemd.
30. bijlage nr. 273
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT
VASTSTELLING VAN DE PARTIELE HERZIENING
1976/2 VAN HET UITBREIDINGSPLAN BOEIMEER N.O.
1963 (VAN ALMONDEPAD)(D)
De heer CRUL: In het stuk wordt over de ad
visering van de STAR gesproken. De STAR zegt wel
met het voorstel te kunnen meegaan als aantoon
baar is dat er geen behoefte aan sportvelden be
staat, maar als die behoefte wel zou bestaan heeft
men toch wel wat moeite met deze wijziging van het
uitbreidingsplan. Nu is er pas een rapport van de
Sportstichting verschenen en in dat rapport wordt
over niets anders gesproken dan over de behoefte
aan terreinen voor sportaccommodatie. Alle sporten
komen daarbij aan de orde, zowel de sporten die
binnen als die welke buiten worden beoefend. Wij
menen dus dat de behoefte aan uitbreiding van
sportaccommodatie al is die maar gering bij het
Almondepad zeker aanwezig is en op grond daar
van hebben wij moeite met het voorstel, gezien ook
de discussies die nog over de accommodatie voor
sport en recreatie moeten worden gevoerd.
Ik heb nog een tweede bezwaar tegen dit voor
stel en in feite hebben wij daar al eens eerder
op gewezen als er bestemmingsplanwijzigingen of
soortgelijke beslissingen aan de orde waren. Wij
hebben in Breda te maken met woningnood bij de
mensen die onze steun het hardst nodig hebben en
dat is ook in Gerardus Majella aan de orde geweest.
Wij vinden dat je, als je dan al de bestemming
van een uitbreiding moet wijzigen, vanuit dat ge
geven je beslissingen moet nemen. Als wij nu wer
ten dat met deze bestemmingsplanwijziging bedoeld
wordt dat er weer met bungalowbouw akkoord wordt
gegaan, dan zetten wij er grote vraagtekens bij
of wij onze doelstelling in algemene zin om de
woningnood op te lossen wel voldoende kracht bij*-
zetten. Wij hebben mede op grond daarvan moeite