870
22 AUGUSTUS 1977
straten, de Haagdijk daar gewoon bijhoort. Dat
staat niet in het preadvies, maar het had er best
in mogen staan. Anderzijds is het zo dat de ont
wikkeling van de St. Janstraat, de Reigerstraat,
de Vismarktstraat en de Tolbrugstraat zich op dit
moment wat.autonoom laat aanzien. Er zijn geen
invloeden van buitenaf meer te verwachten. Het is
iets anders dat de functie en de vormgeving van
de Haagdijk waar de heer Houben naar vraagt
ook in grote mate afhankelijk zijn van de ontwik
keling van het plan Leuvenaarstraat-Middellaan en
van de bewoners van Gerardus Majella. Op het mo
ment dat er nadrukkelijk zicht bestaat op de vorm
geving van deze wijken, die qua bewoning de nodi
ge druk op de winkelfunctie van de Haagdijk zullen
leggen, zal uiteraard ook de Haagdijk aan de beurt
komen. De bezorgdheid delen wij dus; het tijdsele-
ment is niet onzeker, maar wij wachten tot de twee
genoemde plannen wat meer vorm hebben gekregen.
In de omgeving van het winkelgebeuren aan de Haag
dijk voert het college een zodanige politiek, dat
ter plaatse de enig mogelijke bewinkeling voor de
beide plannen kan worden gerealiseerd. Ik heb u
dat in de commissie niet verteld, maar daarvan ge
tuigt een verzoek dat eertijds bij het college is
binnengekomen om daarwaar de benedenverdieping
van de nieuwbouw Koegenboeg en de showrooms zich
bevinden, ook detailhandelsvestigingen toe te la
ten. Het college heeft dat in het kader van deze
optiek stringent afgewezen omdat wij geen behoefte
hebben aan twee winkelcentra in de buurt.
De heer Ten Wolde steunt het verzoek van de
heer Goos en ik heb beide heren daarop geantwoord,
Ik ben het geheel met de heer Ten Wolde eens --
maar ik hoop dat hij er niet al teveel over wil
praten dat in de binnenstad een beperkt verkeer
mogelijk moet blijven uit een oogpunt van leven
digheid en bereikbaarheid. Hij ziet dat en hij
moet het dan maar bespreken in het kader van het
verkeerscirculatieplan. Ik denk dat wij er bij de
behandeling in de raad nadrukkelijker over kunnen