890
22 AUGUSTUS 1977
verleden en een beetje verleden in het kader van
dit soort duscussies zou ik toch nog wel iets
over de huidige situatie willen zeggen. Op het
eerste gezicht lijkt het voorstel van het college
behoorlijk elegant, omdat alle vier de vormen van
onderwijs worden aangeboden aan de bewoners van
de eerste woonbuurt. Er schuilt echter wel een
addertje onder het gras in die zin, dat nu min of
meer wordt gesuggereerd dat in hoog tempo mede
werking moet worden verleend aan alle drie de aan
vragen, terwijl bovendien initiatieven voor het
openbaar onderwijs moeten worden genomen. Eigen
lijk weten wij al heel lang dat wij hier "tegen
aan gaan zitten" en van onze kant hebben wij ook
tijdig verzocht na te gaan wat nu eigenlijk de on
derwijswensen van de te verwachten bewoners zijn.
Het is dus niet zo dat wij dit nu voor het eerst
vertellen en wij hebben dat ook geen jaar geleden
gedaan; het is langer geleden. Het probleem is
wezenlijk geschapen doordat het onderzoek het
behoeft niet vergelijkbaar met het Eindhovens on
derzoek te zijn, het kan uitgebreider zijn of op
andere vraagstellingen toegespitst vaagweg is
toegezegd, terwijl het nog erg onduidelijk is of
het wel gaat komen en wanneer dat dan wel zou moe
ten gebeuren. Wat wij bij dat onderzoek graag zou
den willen zien is ook duidelijk. Twee dingen zou
den wij op z'n minst gaarne onderzocht willen
zien: in de eerste plaats welke onderwijsrichtin-
gen de voorkeur hebben en welke percentages daar
bij gehanteerd moeten worden; in de tweede plaats
welke inrichting van het onderwijs de ouders pre
fereren. In de derde plaats kan er dan nog een
hele reeks andere, nuttig te gebruiken elementen
uit dergelijke onderzoeken voortkomen. Het is
niet onze bedoeling anderen vanuit de gemeente te
gaan opleggen wat zij moeten doen. Dat kan niet,
het mag niet en wij bedoelen het ook niet. Wêl
zou de gemeente, naast het afwachten welke verzoe
ken om medewerking er komen en daarop reageren,
een eigen onderwijsbeleid kunnen hebben dat onder