892 22 AUGUSTUS 1977 gehanteerd moeten worden en geen definitieve scholen gebouwd moeten worden. Ik neem aan dat u dat sarcasme wel voelt, maar het is toch wel de bedoeling duidelijk aan te geven dat wij niet willen blijven wachten tot de wijk Haagse Beemden vol is, om daarna nog eens een onderzoek te gaan instellen. Wij hebben ons voorstel anderhalf jaar of langer geléden gedaan om adequaat op de situa tie in de Haagse Beemden te kunnen reageren en wij vinden het bijzonder onplezierig dat wij nu feitelijk met een wat haastige beslissing worden opgezadeld. Vanwege de genoemde korte termijnen de oorzaken daarvan hebt u aangegeven moeten wij nu een beslissing nemen zonder dat alle dingen die wij vooraf hadden willen weten op tafel zijn gekomen en dat maakt het extra moeilijk op dit moment tot een besluitvorming te komen. Wij zouden u eigenlijk willen voorstellen met het voorstel terug te gaan naar de overlegpartners en hen te vragen of het mogelijk is de vraagpunten in ge meenschappelijk overleg te bezien en of dat tot enig uitstel mag leiden. Veel uitstel is niet no dig, want wanneer de overlegpartners duidelijk zien welke problemen wij op tafel hebben gelegd en hoe wij eruit zouden kunnen komen, heb ik de indruk dat daar een oor voor te vinden zou moeten zijn. Dat horen wij liever dan dat wij nu een de finitieve beslissing over het voorstel van het college moeten gaan nemen. De heer VISSER: Ik laat het beantwoorden van de opmerkingen van de heer Welschen aan de voor zitter over. Het lijkt mij voor hem een zacht eitje; ik zou het ook wel kunnen doen, maar dat zal ik nu maar laten. Naar mijn mening moet de heer Welschen maar eens met zijn partijgenoot, minister Van Kemenade gaan praten. Dan zal hij ho ren dat wij hier volgens de wet gehandeld hebben, de wet die vrijheid van onderwijs garandeert. Het is dus niet zoals de heer Welschen dat wil. De heer WELSCHEN: Er is met minister Van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 892