22 AUGUSTUS 1977
897
staat niet afwijzend tegenover dit voorstel, maar
ik wil er toch enkele kanttekeningen bij maken. U
zult ongetwijfeld begrijpen dat deze kanttekenin
gen wat zijn toegespitst op het realiseren van de
sporthal. Wij vinden het goed dat er scholen ge
bouwd gaan worden in relatie tot het totstandbren-
gen van een sporthal, maar ik wil u in dit ver
band toch even verwijzen naar de raadsvergadering
van april j.l. waarin aan de hand van de Nota No
pens Sport uitvoerig over het totale accommodatie-
beleid is gediscussieerd. Het belangrijkste uit
gangspunt was het treffen van voorzieningen ten
behoeve van een ontmoetingsruimte, een sociaal
trefpunt voor de sporters waar zij na het bedrij
ven van hun sport onder het gebruik van een drank
je gezamenlijk kunnen verblijven. Het treffen van
dergelijke voorzieningen stimuleert uiteraard het
sportbezoek en op die manier krijgt het ook nog
een functie in het wijk- en buurtgebeuren. Als ik
het wel heb komt een ruimte als door mij is aan
geduid niet in het voorstel voor. Het gaat nog
slechts om een ontwerpschets en het li'jkt ons dus
niet zo moeilijk daar alsnog rekening mee te hou
den. Zowel van de zijde van de sporters als van
uit de wijk wordt er nogal aan getrokken, in die
zin dat men graag in de gelegenheid is na het
sporten nog even bijeen te zijn.
Een ander punt is de kwestie van de was- en
kleedgelegenheden. Nadat men gesport heeft moet
men toch van een dergelijke gelegenheid gebruik
kunnen maken. Ook het punt van de verhuur is voor
ons van groot belang. Wie is nu eigenlijk voor
die verhuur verantwoordelijk? Is dat de dienst
jeugd en sport die met een bepaald bedrag aan de
begroting deelneemt, of zijn dat de schoolbestu
ren? Als het laatste het geval is zet ik daar
toch wel een aantal vraagtekens bijwant onze
ervaring met schoolbesturen is wat de exploitatie
van gymnastiekzalen betreft niet zo erg gunstig.
Ligt de verantwoordelijkheid bij de dienst jeugd
en sport dan is alles een stuk gemakkelijker.