924
15 SEPTEMBER 1977
gewezen, aan te kondigen dat over dit onderwerp
door burgemeester en wethouders een preadvies zal
worden uitgebracht. Ik acht het niet juist als
men daar op het ogenblik om vraagt. Overigens heb
ik gezegd dat er een novum kan zijn en wanneer de
heer Oomen stemming over deze kwestie verlangt,
is het uiteraard mogelijk aan dat verlangen te
voldoen. Ik zou de raad willen adviseren thans
genoegen te nemen met de toezegging dat er een
novum kan zijn en dat dit kan inhouden dat dit on
derwerp op een andere wijze moet worden behandeld.
Naar mijn mening kan hier echter niet uit de los
se hand tot die andere gedragslijn worden beslo
ten, nog afgezien van de historie van deze zaak
en nog daargelaten de betekenis van een dergelijke
inventarisatie. Ik stel de raad voor te handelen
zoals door mij is aangegeven, waarbij dan wellicht
nog de mogelijkheid tot discussie zal bestaan op
het ogenblik dat zulks te pas komt.
De heer OOMEN: Dan zou ik toch om stemming
willen verzoeken, want het zou kunnen dat..,,.
De VOORZITTER: In dat geval zal ik laten
stemmen over de vraag of het terecht is dat de
raad dit ingekomen stuk voor kennisgeving aanneemt.
Het gaat dan dus om de plaats op de agenda.
De heer OOMEN: Het lijkt mij goed mijn voor
stel even te formuleren. Ik wil dit stuk natuur
lijk best voor kennisgeving aannemen, maar mijn
voorstel is het over te brengen naar de categorie
2 B, stukken waarover preadvies zal worden uitge
bracht
De VOORZITTER: Ik meende aanvankelijk dat ik
u zou kunnen vragen dat voorstel schriftelijk in
te dienen, maar mij is inmiddels gebleken dat dat
misschien niet hoeft. In ieder geval houdt het
voorstel van de heer Oomen in dat het ingekomen
stuk C c op dit ogenblik wordt ondergebracht in
de rubriek van stukken waarover preadvies moet
worden uitgebracht. Ik constateer dat de heer