926
15 SEPTEMBER 1977
mening dat wij niet anders kunnen behandelen dan
overeenkomstig het collegevoorstel. De binnenge
komen brief kan ter kennis van de raad worden
gebracht, maar de afdoening dient aan burgemeester
en wethouders te worden overgelaten. Ik voel er
niet voor dit ingekomen stuk van de agenda af te
voeren.
De VOORZITTER: Dit zijn overtuigende argumen
ten: het betreft hier duidelijk een functie van
het college van burgemeester en wethouders en het
is verstandig niet op eikaars stoel te gaan zit
ten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna ten
aanzien van het ingekomen stuk A b conform
het voorstel van burgemeester en wethouders
besloten.
Ten aanzien van de overige ingekomen stukken
wordt zonder beraadslaging en zonder hoofde
lijke stemming conform het door burgemeester
en wethouders voorgestelde besloten.
3. bijlage nr. 289.
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT
HET VASTSTELLEN VAN BEGROTINGSWIJZIGINGEN.
(B)
4. bijlage nr. 290.
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT
HET AANGAAN VAN OVEREENKOMSTEN BETREFFENDE
DE VERVREEMDING VAN ONROEREND GOED. (D)
5. bijlage nr. 291.
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT
HET AANGAAN VAN OVEREENKOMSTEN BETREFFENDE
VERWERVING VAN ONROEREND GOED. (D)
6. bijlage nr. 292.
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT
HET VERLENEN VAN EEN STARTSUBSIDIE AD
2.500,AAN DE STICHTING HUISVESTING BUI
TENLANDSE WERKNEMERS BREDA. (R)