930
15 SEPTEMBER 1977
overeenkomstig het voorstel van burgemeester
en wethouders besloten.
18. bijlage nr. 304.
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT
WIJZIGING EN AANVULLING VAN DE BOUWVERORDE
NING (5E WIJZIGING). (D)
Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: In april
van dit jaar bij de discussie over de toepassing
van artikel 56 van de woningwet heeft de wethouder
toegezegd met een voorstel inzake sloopvergunnin
gen te zullen komen. Dit voorstel ligt vanavond
ter tafel en wij zijn dan ook blij met deze snelle
afhandeling.
Met dit voorstel om in de bouwverordening een
vergunningenstelsel voor het slopen van panden op
te nemen wordt weer een belangrijk instrument toe
gevoegd om de doelstelling "behoud c.q. verster
king van de woonfunctie in de binnenstad" te be
reiken. Artikel 56 van de woningwet is voor onze
gemeente sinds enige tijd van kracht, maar kent
zijn beperkingen, met name ten aanzien van duurde
re woningen en gebouwen die niet voor bewoning
zijn bestemd.
Naast de mogelijkheden tot het weigeren van
de sloopvergunningen is ook van belang de ver
scherpte aanschrijvingsbevoegdheid om verval van
bouwwerken die niet gesloopt mogen worden, tegen
te gaan. Wat betreft de weigeringsgronden, wij
vinden het jammer dat niet is opgenomen het punt
dat een sloopvergunning moet worden geweigerd als
te verwachten is dat het stadsvernieuwingsbeleid
wordt doorkruist. Er zijn immers al eerste aanzetr-
ten tot stadsvernieuwing, ook al is het structuurr
plan voor de binnenstad nog niet vastgesteld en
ontbreekt de wet op de stadsvernieuwing nog. Ook
punt d.inhoudende dat de sloopvergunning kan
worden geweigerd als het stads- of landschapsbeeld
wordt geschaad, heeft geen juridische ondergrond.
Het is juist opgenomen omdat een bestemmingsplan
voor het beschermd stadsgezicht ontbreekt. Bovendien