15 SEPTEMBER 1977
931
dient punt d. volgens het voorstel ter bescherming
van gebouwen die in het stadsbeeld een waardevolle
plaats innemen. Hoewel dit laatste nogal moeilijk
objectief is vast te stellen, kun je je voorstel
len dat er panden zijn die voor sloop moeten wor
den behoed omdat ze in een toekomstig stadsvernieu
wingsgebied liggen, maar waarop de weigeringsgron-
den a. t/m d. niet van toepassing zijn. Daarom wil
ik bij dezen een amendement indienen dat beoogt
een weigeringsgrond aan artikel 305 lid 1 toe te
voegen, namelijk:
"e, te verwachten is, dat door het slopen het
stadsvernieuwingsbeleid wordt doorkruist."
Het amendement van mevrouw Muntjewerff-van
den Hul is behalve door haar zelf ondertekend door
de heer Paquay, mevrouw Giebels-Sprengers en de
heer Houben.
Voldoende ondersteund zijnde maakt het amen
dement van mevrouw Muntjewerff-van den Hul mede
onderwerp van beraadslaging uit.
De heer TEN WOLDE: De situatie is naar onze
mening niet zo eenvoudig als mevrouw Muntjewerff
haar schetst. Het is natuurlijk volstrekt duide
lijk dat de achtergrond van dit voorstel wordt ge
vormd door het streven om het ongecontroleerde en
onbeheerste slopen van panden in onze stad tegen
te gaan; dat is de wezenlijke opzet die aan dit
geheel ten grondslag ligt. Dit betekent dat wij
ons hier bevinden op het kruispunt iets derge
lijks zal straks bij de behandeling van het soci
aal plan het geval zijn van structuurbepalingen
en privé^-aangelegenheden. Het woningen- en panden-
beheer in onze binnenstad staat hier tegenover het
gemeenschapsbelang van de overheid en de inpas
baarheid in stedelijke agglomeraties.
Dit is een element dat naar mijn mening nade
re beschouwing behoeft. Mijn fractie heeft met het
onderhavige voorstel niet direct moeite, maar zij
wil er op wijzen dat de motivering van het weige-