934
15 SEPTEMBER 1977
e. toevoegen, inhoudende dat ook een sloopvergun
ning zou moeten worden geweigerd bij doorkruising
van het stadsvernieuwingsbeleid. Een dergelijke
toevoeging acht ik op dit ogenblik prematuur, hoe
wel ik niet wil zeggen dat is dan mijn persoon
lijke mening dat ik ertegen ben. Er kan in de
zen mijns inziens echter pas een uitspraak worden
gedaan, als wij over een stadsvernieuwingsbeleid
beschikken. Zolang er noch een structuurplan voor
de binnenstad, noch een wet op de stadsvernieuwing
is, brengt aanvaarding van het amendement van me
vrouw Muntjewerff een te grote rechtsonzekerheid
met zich mee. Ik weet op dit ogenblik niet wanneer
het slopen van een pand in Breda in strijd met het
stadsvernieuwingsbeleid zou zijn. Dit is voorals
nog mijn enige bezwaar; op grond daarvan zou ik,
hopend dat het college het met mij eens is, de
raad de aanvaarding van het amendement willen ont
raden.
Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL; Wij hebben
inderdaad nog geen structuurplan vastgesteld en
er is nog geen wet op de stadsvernieuwing, zoals
ik al eerder heb opgemerkt. Later op deze avond
zal de raad echter wêl over een sociaal plan voor
de stadsvernieuwing discussiëren en wanneer de
voorstellen van het college worden aangenomen zal
met de stadsvernieuwing in de Spoorbuurt een be
gin worden gemaakt. In dat stadium heeft de raad
dan een besluit genomen waaraan toch een zekere
rechtsgrond kan worden ontleend. Ik kan mij voor
stellen dat zich in de Spoorbuurt situaties voor
doen waarin de weigeringsgronden a, t/m d. niet
van toepassing zijn. In zulke situaties zullen we
blij zijn met een weigeringsgrond zoals door mij
is voorgesteld onder e.
De heer TEN WOLDE: Ik ben het volkomen met
de wethouder eens dat het, nu het stadsvernieu
wingsbeleid nog niet is geformuleerd, prematuur
is op dat beleid toch al een bepaling te baseren.
Bovendien biedt de weigeringsgrondslag onder d.