948
15 SEPTEMBER 1977
dat de plannen betrekking zullen hebben op de
bouw van een voetgangers- en fietsentunnel. De
wethouder heeft gezegd dat er nog allerlei moge
lijkheden zijn, en dat er uiteindelijk nog hele
maal geen tunnel of een grote tunnel tot stand kan
komen. Ik ben echter van mening dat dat in het te
nemen besluit moet worden opgenomen. Wanneer er
dan ook een motie wordt ingediend waarin wordt
aangegeven wat er moet worden onderzocht en welke
mogelijkheden moeten worden opengelaten, heeft
dat mijns inziens wel degelijk zin.
De heer VAN ASSELDONK: Wil de heer Oomen zeg
gen dat de raadsgroepering die waarschijnlijk de
meeste fractievergaderingen houdt zelfs in het
openbaar zich daarbij niet bezighoudt met wat
er in de commissies is besproken en afgesproken?
Als dat zo is, noem ik dat een ware aanfluiting.
De heer OOMEN: Ik dank de heer Van Asseldonk
voor zijn interruptie, want ik kan daardoor duide
lijk maken waar het om gaat. Natuurlijk is er ge
sproken over hetgeen in de commissie is behandeld;
in de toezegging die in de commissie is gedaan en
die de heer Van Dun hier heeft herhaald heb ik wel
vertrouwen, maar ik constateer dat deze raad
het hoogste orgaan van de gemeente zoals ik dik
wijls heb gezegd vanavond gaat besluiten plan
nen te doen uitwerken voor de bouw van een voet
gangers- en fietsentunnel. In het concept^beslu.it
staat niet dat zal worden nagegaan of er al dan
niet een tunnel moet worden aangelegd. Dit consta-
terende, willen wij de besluitvorming door middel
van een motie duidelijker maken. Wij maken geen
oneigenlijk gebruik van het instrument '"motie",
want een raadslid heeft het recht t* en dat geldt
zeker voor enige raadsleden samen te proberen
op die manier de besluitvorming te verbeteren. Dat
is onze enige bedoeling en het is duidelijk dat
wij daarbij in de richting van reeds gedane toer-
zeggingen gaan. Wij zijn natuurlijk helemaal geen
kinderen die bang zijn geslagen te worden voordat