952
15 SEPTEMBER 1977
allerlei mooie theorieën over opstellen maar een
kwantificering is niet mogelijk.
Voor zover de beleidsnota, waaromtrent in de
commissie reeds een toezegging is gedaan, in het
geding is, kan de motie van de heer Dreef als
overbodig worden beschouwd. Een kosten/baten-ana
lyse kunnen wij niet geven, omdat de baten niet
te kwantificeren zijn.
De heer DREEF: Naar aanleiding van opmerkin
gen van de heren Van Duijl, Van Banning en Ten
Wolde wijs ik erop dat de fracties de wenselijk
heid van het indienen zelf moeten beoordelen. Wij
kunnen het initiatief tot het indienen van een
motie nemen. Met betrekking tot het stuk zelf
stel ik vast dat de wethouder reeds op 28 juni
1976 heeft toegezegd dat de nota eventueel in
1977 zou verschijnen. Welnuf om een en ander wat
harder te maken hebben wij gemeend een motie te
moeten indienen. Er was namelijk verleden jaar
sprake van dat er in augustus gesprekken zouden
kunnen plaatsvinden en dat wij eind 1977 bij de
begrotingsbehandeling over de materie zouden kun
nen discussiëren, maar dat is niet haalbaar ger
bleken. Mede omdat hier een bedrag van bijna een
half miljoen in het geding is, moet de gemeente
raad weten wat er met de subsidiegelden wordt ge
daan, vooral als er een besteding in de sfeer van
de personeelskosten wordt gevonden. Het interes
seert ons zeer welk beleid in dit kader bij de
V.V.V. wordt gevoerd en wij handhaven dan ook onze
motie.
De heer VAN BANNING: Ik begrijp heel goed dat
de fracties wier mening de heer Dreef vertolkt,
zelf willen uitmaken wanneer zij een motie al dan
niet moeten indienen. Overigens: toen ik de eerste
jaren in deze raadszaal zat, begon ik soms als het
woord "motie" klonk te rillen en te beven op mijn
stoel terwijl ik dacht: "Wat gaat er nu gebeuren?''
Tegenwoordig zijn moties echter aan de orde van de
dag. Naar mijn mening zijn moties altijd nog zó