15 SEPTEMBER 1977 963 dat wat de tijd betreft nog even toegespitst dat de situatie zoals die nu wordt voorgesteld na een half jaar zal worden geëvalueerd, op basis van welke evaluatie met de bewoners en de winke liers wordt gesproken over de vraag of de situatie moet worden gehandhaafd of gewijzigd. Dit lijkt mij heel zinnig. De heer Houben wil eveneens star ten met tweerichtingverkeerdus conform het pre advies, terwijl hij na een half jaar de situatie wil omdraaien, onafhankelijk van de evaluatie. Het lijkt mij goed dat wij toch het advies van het college volgen, in welk geval het tweede ge deelte van het amendement van de heer Houben over bodig is, terwijl bovendien ook de grond voor het eerste gedeelte vervalt, want de wethouder heeft al toegezegd dat na een halfjaar de situatie wordt geëvalueerd; alle mogelijkheden staan dan open. De heer HOUBEN: Ik wil de heer Van Duijl vra gen of het volgens hem niet uitmaakt of er een proef met eenrichtingverkeer of een proef met tweerichtingverkeer wordt genomen. De uitkomsten na een proef met tweerichtingverkeer en de erva ringen van de verschillende betrokkenen zullen dan waarschijnlijk anders zijn dan bij een proef met eenrichtingverkeer. Het lijkt mij daarom lo gisch beide situaties uit te proberen. De heer Van Duijl kiest voor één oplossing, terwijl gis teren is gebleken dat de argumenten vóór en tegen niet erg duidelijk liggen. Bovendien zijn de be trokkenen sterk verdeeld. Vindt de heer Van Duijl het juist dat wij een bepaalde situatie forceren door voor één van de twee mogelijkheden te kiezen? De heer VAN DUIJL; Ik geloof dat de heer Houben mij niet goed heeft begrepen, want ik zeg niet dat op voorhand vaststaat dat daar ten eeu wigen dage tweerichtingverkeer moet blijven. Mij lijkt het goed dat wij starten met tweerichting verkeer. De wethouder heeft gezegd dat er na een halfjaar een evaluatie wordt gemaakt en als dan blijkt dat de ervaringen van de winkeliers en de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 963