964 15 SEPTEMBER 1977 bewoners erg slecht zijn, kan ik mij nauwelijks voorstellen dat dan niet de gelegenheid aanwezig zal zijn om de situatie te veranderen. Uit de woorden van de wethouder heb ik dat ook begrepen. Daarbij moeten we er rekening mee houden dat we ook met het verkeerscirculatieplan op route zijn. Ik wil daar nu niet over praten, maar wel wil ik eraan herinneren gisteravond kwam dat ook nog even naar voren dat het verkeerscirculatieplan vermoedelijk eind dit jaar onderwerp van discussie in deze raad zal uitmaken. Als dat plan wordt aan genomen, zal dat betekenen dat de rijrichting in de Dr. Van Mierlostraat zal moeten worden omge keerd. Op dat moment zitten we nog in het eerste halfjaar van de proef die we nu gaan nemen en er kan dan wel eens een heel moeilijke situatie ont staan. Onze fractie wil dan ook instemmen met wat in het preadvies staat, met inachtneming van de harde toezegging van de wethouder dat hij bereid is de situatie na een halfjaar te evalueren. Zo blijkt dat de situatie onaanvaardbaar is, zal zij kunnen worden gewijzigd. Ik heb derhalve geen pro blemen met het voorstel en geen behoefte aan het amendement De heer VAN ASSELDONK: In het voorstel zijn verschillende uitgangspunten genoemd. Naast de twee laatste, met name het argument dat een speel- erf voor de kinderen aantrekkelijk is, is voor on ze fractie bij dit alles de bereikbaarheid van de bedrijven bijzonder zwaarwegend. Veranderingen op basis van veranderde inzichten ten opzichte van het leven .en wonen in de diverse straten mogen naar onze mening niet ten koste van de neringdoen den worden uitgevoerd. Het is natuurlijk prachtig als men de sociale functie van het winkeltje op de hoek sterk aandikt, maar als je bij het herinrich- ten van straten de klanten dat winkeltje niet meer laat bereiken, is het winkeltje gauw verdwenen. Uit hoofde van mijn beroep ben ik zo gelukkig naar één van de weinige informatieve programma's van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 964