968 15 SEPTEMBER 1977 over de bezwaarschriften welke tijdens de commis sievergadering zijn ingediend. Graag zullen wij horen wat de consequenties zijn indien de indie ners van die bezwaarschriften in beroep gaan. Wij kennen eenieder het recht toe voor zijn belangen op te komen, maar wij betreuren het zeer als een beroepsprocedure tot de Kroon als enig gevolg heeft dat de hele bebouwing moet worden uitgesteld, wat ongetwijfeld kostenverhogend zal werken. Na mens mijn fractie wil ik op de indieners van de bezwaarschriften het beroep doen dat zijzo zij hun bezwaarschriften handhaven, dit aspect nadruk kelijk bij hun overwegingen betrekken. Als zij menen dat hun belangen zijn geschaad kunnen zij altijd nog een beroep doen op artikel 49 van de wet op de Ruimtelijke Ordening, maar ik neem aan dat zij daarvan op de hoogte zijn. Wethouder VAN DUNIk heb begrepen dat de raad zich met de inhoud van het preadvies kan ve renigen en ik geloof ook niet dat het nodig is wederom over de hele problematiek van de Gerardus Majellabuurt te praten, hoe indringend die ook is voor de mensen die daar wonen. Mevrouw Muntjewerff heeft gevraagd of er tus sen de beide ministeries die hierbij betrokken zijn al overeenstemming is bereikt. Voor een goed begrip wil ik opmerken dat er tussen het ministe rie van Defensie en het gemeentebestuur van Breda volstrekte overeenstemming bestaat over de verwer- vingsprijs van de Seelig-kazerneflet enige waar het nu nog om gaat is de locatiesubsidie, die door het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening wordt toegekend. In dat kader speelt de fictieve "waardebepaling" van de grond. Over deze problematiek vindt aanstaande donderdag een ge sprek tussen een lid van het college en de H.I.D. in Den Bosch plaats. De heer Veelenturf vroeg naar de consequen ties van de bezwaren, maar hij heeft die zelf al uitgemeten. Eigenlijk is het nog erger dan hij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 968