978 15 SEPTEMBER 1977 De heer HOUBEN: Zoals ik zojuist al heb ge zegd zijn wij erg content met het idee om daar woonerven aan te leggen, maar wij hebben een kant tekening geplaatst bij het totstandkomingsproces, waarbij wij met name doelden op het feit dat de laatste terugkoppeling pas gisteravond heeft plaatsgevonden. Ons amendement was gestoeld op de uitkomsten van de bijeenkomst van gisteravond en wij achtten het zeer belangrijk, óók voor het wel^ slagen van het verdere verloop ten aanzien van de woonerven. Woonerven moeten namelijk in goed over leg met alle betrokkenen worden gebruikt. Wij hechten daaraan zo sterk dat wij om die reden niet met uw voorstel akkoord kunnen gaan. Dat neemt dus niet weg dat wij het woonerfidee voor deze drie straten onderschrijven. Op grond van het gebrek aan voldoende doorzetten van de inspraak zullen wij tegen uw voorstel stemmen. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, met aantekening dat de heren Kaarsemaker, Houben, Crul en Paquay, mevrouw Muntjewerff-van den Hul, mevrouw Giebels-Sprengers en de heren Oomen, Martens en Dreef geacht willen worden te hebben te gengestemd. Voortzetting van de behandeling van; 32. bijlage nr. 318 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET VOOR DE VERDERE VOORBEREIDING VAN HET GEBIED HAAGSE BEEMDEN. (D) Wethouder VAN DUN: Het is wat moeilijk om van de woonerven naar de "Mazen en de Tummersen" over te stappen. Op dit moment zal ik met de heer Crul niet meer over de bureaus praten. Ik constateer dat de heer Crul en ik in deze raadsvergadering een aantal afspraken hebben gemaakt, met name met betrekking tot de commissie ruimtelijke ordening,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 978