986 15 SEPTEMBER 1977 genoemd Europese Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden, welk verdrag anders dan onze Grondwet wél de vrij heid van meningsuiting in het algemeen omvat. In artikel 10 van dat verdrag wordt bepaald dat de uitoefening van de vrijheid van meningsuiting aan beperkingen kan worden onderworpen welke nodig zijn in het belang van onder andere de bescherming van de openbare orde, zodat er evenmin sprake is van strijdigheid met dit verdrag. Daarmee is naar mijn mening aangetoond dat de raad artikel 18 lid 1 conform het voorstel kan vaststellen zonder in conflict te komen met regelingen van hogere orde. De heer VAN ASSELDONK: Na het deskundige be toog van mijn fractiegenoot wil ik graag een ge voelsmatig geluid laten horen. Op de markt is de gulden een daalder waard, al maken wij vanavond een devaluatie van het amendement mee. Het markt- gebeuren is een historisch gebeuren. De kracht van het marktgebeuren wordt zowel voor de bezoekers als voor de kooplui bevorderd als de verkoopwaar van die kooplui ondersteunend is. We zien op de markt dan ook veelal artikelen voor de dagelijkse behoefte en duurdere gebruiksgoederen treffen we er zelden aan. Nu wil men in het plaisanté gebeu ren van de markt ook de mogelijkheid inbouwen om politiek te verkopen. Ik ben daar tegen, ongeacht de politieke partij die die politiek verkoopt. Als moeder de vrouw met echtgenoot en kinderen gezel lig gaat markten staat de zorg voor het gezin meestal voorop, maar het gaat er ook om dat zij eigenlijk wel eens iets anders wil. Zij zoekt dan ook wat wij het recreatief gebeuren in de binnen stad noemen. Overdag wordt zij via de radio en de pers met politiek overvoerd en ook 1s avonds ge beurt dat nog eens door middel van de televisie. De heer OOMEN: En de S.T.E.R.! De heer VAN ASSELDONK: Nu moet dat kennelijk ook zo nodig op de markt gebeuren. Zij zal met een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 986