98 21 MAART 1977 Afwezig met kennisgeving: de heren DRSD.J.D. DEES, DRS. P.P.J.A.M. HOUBEN en M.L. PAQUAY Er is één vacature. Voorzitter: de heer IR. W.J.L.J. MERKXbur gemeester Secretaris: de heer DR. J.P.A. VAN DEN DAM, gemeentesecretaris. De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed uit, waarvan de tekst is opgenomen in artikel 15 van het reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad. Hij spreekt hierna als volgt: Dames en heren. We hebben er allen grote be hoefte aan stil te staan bij het overlijden van de heer A.B. Kramer, voor velen Ton Kramer, die zo plotseling uit ons midden nioest heengaan. Wij meenden dat wij vlak na zijn stervan geen vergade ring van ons bestuurscollege, waarvan hij sinds 4 september 1962 lid is geweest, konden houden. Het was een uiting van piëteit en respect dat de voor j.l. donderdag uitgeschreven raadsvergadering is komen te vervallen. Wanneer wij, voor zover dat kunnen, het leven van de heer Kramer bezien, mag de nadruk vallen op zijn rechtschapenheid, een oud woord, maar toch; zijn verlangen om ieder zijn recht en ook zijn deel te geven. De heer Kramer hield van het bestu ren en van de politiek. Hij was in dit opzicht vol ambitie en dat hoort er ook bij. Hij deed hetzelf-^ de als wat hij zei en handelde nooit in strijd met de goede moraal. Zo had hij een groot vertrouwen opgebouwd, zonder dat zelf precies te weten en juist daarom zo waardevol. In de raad, in de comr- missies en ook daarbuiten werkte hij hard voor de ander. Hij was geen man van uitersten. In zijn betoog relativeerde hij, wèl ernstig. Hij veront schuldigde zich op gezette tijden, daarmee uiting gevend aan een gevoel van beperktheid van eigen kunnen en kunde dat de mens zo kan sieren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 98