996
15 SEPTEMBER 1977
bestandsbeveiliging. Tot slot van deze opsomming
noem ik het verificatiebureau dat toezicht houdt
op de gestelde regels.
De heer Kaarsemaker haalde reeds aan dat ook
in de laatste vergadering van de commissie finan
ciën inderdaad de privacy van de gegevens door de
progressieven aan de orde is gesteld. Ook toen is
van ambtelijke zijde uitvoerig toelichting gege
ven op de getroffen maatregelen, met name ten
aanzien van de opgeslagen bevolkingsgegevens. De
Bredase bevolkingsboekhouding staat onder toe
zicht van de rijksinspectie.
De heer Kaarsemaker merkte zojuist op dat er
een advies is uitgebracht door de commissie-Koop-
mans en ik wil daar nog iets aan toevoegen. Er is
inderdaad een advies uitgebracht, maar de commis
sie is nog niet uitgestudeerd, terwijl ook de re
gering-Den Uijl haar reacties nog op het advies
dient te geven. Pas daarna zijn wij aan de beurt
om te bekijken in hoeverre de aangebrachte bevei
ligingen nog dienen te worden uitgebreid.
Tijdens de commissievergadering is toegezegd
dat in verband met de ingewikkeldheid van de ma
terie over de privacy en andere punten betreffen
de de automatisering nog nadere toelichting zal
worden gegeven.
In tegenstelling tot wat de heer Kaarsemaker
heeft gezegd wil ik stellen dat de conventionele
archivering meer risico's voor de privacy inhield
dan de huidige. Indertijd was er slechts een
breekijzer nodig om een ladenkast te openen, ter
wijl het bovendien ook zeer wel mogelijk was om,
zij het met de hand, koppelingen aan te brengen.
Thans moet men beschikken over een bepaald in te
brengen wachtwoord en het nummer van een met op
vraging bevoegd ambtenaar. Het is zeer moeilijk
om dit soort gegevens te achterhalen en als men
die heeft, beschikt men zelfs dan nog niet over
de mogelijkheid onbeperkte informatie te verkrij
gen, omdat hierbij grenzen zijn ingebouwd.
De privacy is ook voor ons het hoogste goed