15 SEPTEMBER 1977 997 van een vrije maatschappij en ik heb mij daarom geërgerd aan de motie, omdat die a. onnodige onge rustheid oproept bij de bevolking en b. onrecht doet aan de intenties van de raad en het college. Ik kan u nu reeds meedelen dat naar de mening van de V.V.D.-fractie deze motie overbodig is. Ik wil hier voorts nog een persoonlijke kanttekening bij plaatsen. Bij het lezen van het artikel had ik het gevoel dat ik met een onsmakelijke stunt te doen had. De heer PEETERS: Het was niet onze bedoeling over het onderhavige voorstel te spreken, maar nu heeft de heer Kaarsemaker buiten de orde bij dit punt een motie op tafel gelegd. Naar mijn gevoel wordt hiermee opnieuw een wethouder voor aap gezet, want opnieuw is er een wethouder in het geding die in de commissie al bepaalde toezeggingen heeft ge daan. De wethouder heeft namelijk in de commissie financiën toezeggingen gedaan met betrekking tot de onderhavige concept-begroting naar aanleiding van een vraag over de privacy die door de heer Crul namens de Federatie van Fracties was gesteld. De voorzitter van de commissie heeft in de eerste plaats gezegd dat er een adequate regeling is. In de memorie van toelichting op de concept-begroting van het bestuur van het C.B.T. zijn zowel wat het financiële aspect betreft als wat betreft de im materiële bewaking van de persoonlijke gegevens alle waarborgen gegeven. Voor de fractie van het C.D.A. is dat voldoende en wij hebben daarom geen behoefte aan deze motie. Wethouder BROEDERSHet aspect van de priva cy is inderdaad bij het computercentrum en in de commissie financiën een en andermaal aan de orde geweest. Ik neem aan dat de Federatie die de motie heeft ingediend voordat zij dat deed niet alleen heeft geluisterd naar wat in de commissie finan ciën daarover is gezegd, maar ook de desbetreffen de stukken zal hebben gelezen. Dit zijn openbare stukken waarvan iedereen kennis kan nemen. In de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 997