21 MAART 1977
99
Wij, die hem kenden, zullen met een gevoel
van dankbaarheid aan deze man terugdenken voor
hetgeen hij persoonlijk voor velen en als bestuur
der van deze stad deed. Het meeste echter denken
wij in deze tijd aan zijn vrouw en zijn kinderen.
Zij hebben het moeilijk. Moge onze genegenheid tot
Ton Kramer voor hen een troost zijn.
De heer VAN DUIJL: Mijnheer de voorzitter,
dames en heren. Namens u allen wil ik proberen de
tolk te zijn van de gevoelens die zich van ons
meester maakten toen wij de droeve tijding ontvin
gen van het plotseling overlijden van onze collega
en ons mede-raadslid Ton Kramer. Voordat hij het
door hem gewenste toppunt van zijn politieke loop
baan kon bereiken, greep de dood in en nam hem weg
uit ons midden. Het was juist wat ds. Stoutjesdijk
zatermiddag vóór zijn teraardebestelling opmerkte:
Ton was een ambitieus man. Hij was dit echter op
een voor ieder aanvaardbare wijze, te meer omdat
hij zich totaal inzette voor datgene waarmee hij
bezig was, hetzij in het commissiewerk, hetzij in
het stadsgewest, hetzij in zijn functioneren als
raadslid. Hij was een raadslid met een open oog
yoor de problemen die speelden en hij leverde op
zijn specifieke wijze een inbreng tot de oplossing
van die problemen. Hij had ook een open oog voor
de ontwikkelingen die zich aandienden. Ik denk
daarbij aan zijn inzet voor een kunstijsbaan in
Breda, waarvan hij niet het genoegen mocht smaken
dat deze realiteit werd.
Ton Kramer was een zeer hardwerkend raadslid
en ik geloof te mogen zeggen dat hij wat dat be
treft een voorbeeld voor ons allen was. Hij was
ook een integer en oprecht mens. Allen die met hem
in contact kwamen en dat waren er zeer velen
benaderde hij op een vriendelijke wijze, waarbij
hij zijn mening duidelijk liet uitkomen. Door de
langdurige tijd van zijn lidmaatschap van de Bre
dase gemeenteraad beschikte hij over een grote er
varing f die hij ook ten goede liet komen aan de