13 JANUARI 1977 9 dan ook als een stuk voor de raad. Voorts zijn wij van mening de andere fracties hebben dat niet ontkend dat er een probleem aanhangig is ge maakt dat onze aandacht verdient en meer dan dat. Het heeft er in deze raad de laatste tijd de schijn van dat het college en de andere fracties met de botte bijl ten opzichte van de minderheids fracties aan het opereren zijn. Dat gevoel hebben we althans in onze fracties. Vandaag gebeurt het op een wat vriendelijker manier dan in de vorige raadsvergadering, maar wij vinden het in ieder ge val niet juist. In de vorige raadsvergadering was het optreden van de wethouder van openbare werken op bepaalde ogenblikken zelfs enigszins beledi gend. Het heeft er de schijn van dat men een of andere strategie volgt, maar dat is trouwens niet de hoofdzaak. Het gaat om de vraag welke functie de raad heeft. Als een belangrijk deel van de raad op grond van redelijke argumenten van mening is dat een binnengekomen brief door de raad zou moe ten worden afgedaan, dan is het eigenlijk ondenk baar dat daarvoor de gelegenheid niet wordt gege ven. Wij weten natuurlijk óók wel dat wij met de andere fracties in bespreking kunnen komen, maar wij vinden dat de raad, evenals de raadsfracties, in dezen een functie heeft. Dat er geen procedure zou zijn dan nu door het college wordt geprakti seerd, zien wij niet in. De houding van de andere fracties getuigt naar onze mening min of meer van machtspolitiek en misschien ook enigszins van het gevoel dat ze bij de verkiezingen heel sterk zullen staan. Het valt onzes inziens te betreuren als op die wijze de functie van de raad wordt uitgehold. Zeker om dat hier de relatie tussen het bestuur en de bur ger in het geding is, zouden wij het college op nieuw willen vragen een preadvies uit te brengen en de brief op de door ons voorgestelde wijze te behandelen, hetgeen met niet al te veel moeite mogelijk is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 9