100 12 JANUARI 1978 gedaan. Het zit hem echter in de kredietbewaking ten aanzien waarvan zich problemen voordoen. Ik heb de commissie verteld waarom de situatie moei lijk is en ik doe te dien aanzien nog één keer een beroep op de raad. Voor mij is er een levensgroot verschil tussen de bewaking van een bouwkrediet en de bewaking van een krediet als hier aan de orde is. Bij een bouwkrediet weet je dat er tevoren een kostenraming is gemaakt en kun je ten aanzien van de bakstenen, het beton en het glas aan bewaking doen. Bij een krediet ter zake van een veelomvat tend multidisciplinair werk als de formulering van een structuurplan, een sociaal plan of andere ele menten van het binnenstadsbeleid is de situatie moeilijker. Dit ontslaat het college niet van de verplichting om toch aan bewaking te doen; ik geef daar de heer Ten Wolde gewoon gelijk in. Ik wijs erop dat alle "stekken" zijn uitgezet. Zo kan ik een brief van de directeur van de dienst openbare werken ter inzage geven waarin hij te kennen geeft zelfs aan Van Heeswijk dat er geen opdrach ten door het bureau worden aanvaard en worden be taald voordat hij zelf een schriftelijke opdracht heeft gegeven. Desondanks is er een spontaan pro ces in het geding dat dit soort overschrijdingen mogelijk maakt, maar dat we gewoon moeten afleren. Ik meen het zo te kunnen zeggen en ik vraag begrip voor wat er is gebeurd. Vervolgens nog iets over het verloop van de "routing"De heer Ten Wolde heeft gezegd dat deze zaak nogal lang bij de afdeling financiën heeft gelegen. Op die kwestie ga ik niet in omdat de chef van de afdeling financiën vanavond secreta ris is, want dat zou flauw zijn. Ik heb duidelijk gemaakt dat de behandeling bij de afdeling finan ciën en bij de afdeling stadsontwikkeling enige tijd heeft gekost, om een reden die ook in het raadsvoorstel vermeld is, namelijk dat de dienst openbare werken zelf het budgetegalisatiefonds als dekking had aangegeven. Omdat er tegelijkertijd méér verzoeken van de dienst openbare werken bij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 100