1099
5 SEPTEMBER 1978
Arbeid en de P.P.R. gekend en wij hopen van harte
dat de P.P.R. in Breda politiek actief blijft en
wij nodigen haar dan ook uit met de progressieve
partijen in Breda te blijven samenwerken in het
belang van de stad. Het is misschien goed dat ik
nu al zeg, vooral in de richting van de heer Eis-
sens, dat voor ons deelname aan het college geen
breuk met de kern van ons optreden van de afgelo
pen vier jaar betekent. Ons optreden in de afgelo
pen vier jaar geschiedde duidelijk in opdracht van
de ledenvergadering. In die periode werden duide
lijke keuzes gemaakt, er werden nota's aangeboden
en initiatieven ter tafel gebracht. Het gezicht
van de Partij van de Arbeid zal door deelname aan
het college in dat opzicht niet veranderen. Overi
gens is ook in het akkoord het recht op initiatief
duidelijk vastgelegd.
Ik wil vervolgens iets zeggen over de onder
handelingen. Het ontbreken van openbaarheid heeft
betekend dat de burgerij minder bij deze onderhan
delingen betrokken was dan noodzakelijk is. Ook de
pers had daarvan te lijden, want ook die kon niet
volledig worden betrokken bij de opinievorming,
terwijl dat in feite toch wel had dienen te gebeu
ren. Dit is een jammerlijke gang van zaken die fei
telijk onaanvaardbaar is of, als je iets milder
wilt oordelen, in hoge mate betreurenswaardig moet
worden genoemd.
Het niet deelnemen aan de onderhandelingen van
P.S.P. en D'66 moet met wat andere ogen worden be
keken. Wij zijn ervan overtuigd dat de P.S.P. zich
wel op haar eigen wijze in de progressieve hoek zal
manifesteren, waarbij wij elkaar zeker ook in de
wijken zullen ontmoeten. Het program van D'66 is
op tal van belangrijke punten duidelijk en wij
wachten daarom het optreden van D'66 met vertrou
wen af.
De wijze van onderhandelen was naar onze me
ning verwarrend. Er was sprake van langdurige ter
reinverkenning en daarnaast was er te weinig tijd
om belangrijke kwesties volledig uit te praten.