5 SEPTEMBER 1978 1108 hebben gevonden als de onderhandelingen in openbaar heid zouden zijn gevoerd. Het argument van tijd nood leek eerst wel enigszins aannemelijk, maar ge zien de hoeveelheid tijd die uiteindelijk toch aan de besprekingen is besteed werd dat argument later minder geloofwaardig. Het college moest uit zes wethouders gaan bestaan, welk aantal kennelijk no dig was om de politieke krachtsverhoudingen op een rekenkundig passende wijze te weerspiegelen. Wij hebben daarvoor begrip, maar het is jammer dat de portefeuilles nog steeds qua zwaarte ongelijk zijn. De dikke portefeuilles zijn nauwelijks geslonken, en de toch al dunne portefeuilles zijn nog meer af geslankt. Wij zouden het een daad van wijs beleid hebben gevonden als de extra gelden welke hiermee jaarlijks zijn gemoeid zouden zijn aangewend om be doelde gelijkwaardigheid op te heffen. Met betrekking tot de onderhandelingen rond het programma wil ik nog het volgende opmerken. De twee kleine fracties mochten alleen schriftelijk belangrijke punten uit hun programma vóór de aan vang van de onderhandelingen inbrengen. Wij hebben hiervan afgezien, want het leek ons zinloos op deze manier punten aan te voeren, daar wij zelf geen greep zouden kunnen hebben op de grote lijn en de uiteindelijke tekst van het programma. Daardoor zijn wij nu op geen enkel punt aan dit programma gebonden. Over het programma zoals het nu voor ons ligt zijn wij van oordeel dat het typisch een product is van partijen welke elkaar programmatisch in het geheel niet kunnen vinden. Het is een pa pier geworden waarin het afspiegelingscollege is verpakt. Helaas werd het grauw papier en geen ca deauverpakking. Wij blijven echter optimistisch, want zo'n programma, hoe het ook is geformuleerd, biedt bijna altijd de mogelijkheid aan alle frac ties het naar hun eigen visie te interpreteren. Wij zien dan ook meer in de goede wil om met elkaar te gaan samenwerken, al is die samenwerking vooral door de noodzaak ingegeven. Er is tenslotte een drijfveer gekomen om naar elkaar te gaan luisteren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1108