12 JANUARI 1978
101
het college binnenkwamen om uitgaven uit het bud
getegalisatiefonds te dekken, is er eerst door de
afdeling financiën gewerkt aan een integraal over
zicht van het budgetegalisatiefonds in de sector
openbare werken. Dat was een noodgedwongen situa
tie waarvoor niemand aanspreekbaar is. Het enige
wat wij misschien kunnen doen maar dat moet ik
met het college bespreken is tijdig signaleren.
Zodra de directeur van de dienst openbare werken,
die dit geval tijdig bij het college heeft gesig
naleerd, dienaangaande een brief schrijft, zou ik
dan met machtiging van het college de commissie
openbare werken moeten kunnen informeren, zonder
iets over de afloop van het avontuur te kunnen
vertellen. Als ik dat bij het college klaar krijg
ik kan mij voorstellen dat een dergelijke gang
van zaken gewenst wordt geacht ontvangt men
tijdig informatie. Ik heb er al op gewezen dat het
voorstel van het college om te komen tot de drie
maandelijkse kredietbewakingsstaten in de functio
nele commissies een hulp zou kunnen zijn.
Hiermee heb ik met enige deemoedigheid een
zakelijk motivering gegeven.
Mevrouw PAULUSSEN: In eerste instantie heb
ik al gezegd dat wij niet bereid zijn het voorstel
te aanvaarden. Wat ons standpunt is, heb ik in
eerste termijn al duidelijk uiteen gezet. Aan het
adres van de collega's van de C.D.A.- en de V.V.D.-
fractie zou ik nog willen zeggen dat ik hun bij
een volgende kredietoverschrijding graag zal her
inneren aan de waarschuwende vinger die zij nu,
zonder daar consequenties aan te verbinden, heb
ben opgestoken.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna
overeenkomstig het voorstel van burgemeester en
wethouders besloten, onder aantekening dat me
vrouw Muntjewerff-van den Hul, mevrouw Paulussen
mevrouw Stutterheimheim-Edeling, alsmede de heren
Crul, Dreef, Hendriksen, Kaarsemaker, Martens,
Oomen, Paquaij en Welschen, geacht willen worden