5 SEPTEMBER 1978 1112 een keihard "neen" afgedaan. Men vond dat men het juist zo goed had gedaan en waarom moesten er dus veranderingen komen? Het enige waarmee het C.D.A. akkoord ging was het brengen van het aantal wethou ders op zes. Zijn meerderheid in het college moest overeind blijven en daarvoor waren drie wethouders plus de stem van de burgemeester nodig. Die kwestie kwam dan ook probleemloos voorelkaar. Het onderhan delen van het C.D.A. was volledig gericht op het behouden van zo veel mogelijk macht binnen het col lege en dat daarbij het collegialiteitsbeginsel en het samen doen van een hoeveelheid werk volkomen in de verdrukking kwamen was onbelangrijk. Er werd een zesde wethouder gekozen, terwijl één wethouder met een praktisch dubbele portefeuille zit en de ande ren met een halve portefeuille genoegen moeten ne men, maar dat is blijkbaar ondergeschikt aan dit machtsstreven. De P.S.P. heeft dan ook grote bezwa ren tegen deze wijze van uitbreiding van het colle ge; dit is geld over de balk smijten. De Partij van de Arbeid had en heeft hopelijk nog veel wen sen op woningbouwgebied en vandaar dat zij daar met de vingers vanaf moest blijven. Wel mag zij de woningen verdelen voor de grote groepen lager en laagst betaalden, terwijl het college daarvoor hoegenaamd niet bouwt. Zij wordt dus duidelijk in gehuurd om het vuile werk te doen. Hetzelfde liedje geldt voor het inspraakbeleid. Er wordt geen werkelijke zeggenschap aan de bewo ners overgedragen en in de praktijk zal het ook hierbij wel weer neerkomen op het verkopen van het C.D.A./V.V.D.-beleid aan de bevolking. Je moet er maar zin in hebben I Ook het emancipatiebeleid, een wens van de Partij van de Arbeid, verdween in de prullebak. Het stellen van het gezin op de eerste plaats pas te beter in de C.D.A.-filosofie en dat kwam dan ook in het programma. De Rooie Vrouwen zijn goed ver neukt en de vakbeweging ziet de eisen welke zij vóór de verkiezingen aan de partijen stelden niet meer terug, want de Partij van de Arbeid heeft

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1112