14 SEPTEMBER 1978
1147
gezegd hij was overigens slechts één van degenen
die hier met nadruk de aandacht op heeft geves
tigd dat bij de benoeming van commissies waarbij
burgers worden betrokken, vooral het democratise-
ringsaspect en het aspect van de inspraak van groot
belang waren, vooral ook met het oog op de kandi
daatstelling en de daarbij te volgen procedure.
Nu is er op het gebied van de inspraak sinds
1970 nogal wat gebeurd. Het begrip "inspraak" heeft
een andere inhoud gekregen en er worden tegenwoor
dig andere invloeden aangewend. Helaas zijn er aan
wijzingen dat er wat minder bereidheid komt om aan
de aspecten van democratisering en inspraak aan
dacht te besteden. Zulks geldt ook voor de toepas
sing van de procedure die nu aan de orde is. Van
die geringere bereidheid kan naar ons oordeel ook
aan de bestuurskant worden gesproken, blijkens de
voor een aantal commissies gevolgde procedure waar
bij aan de aspecten die ik hierboven al noemde bij
na geen aandacht is besteed. Vaak wordt gerede
neerd dat continuïteit het is een beetje een
toverwoord geworden van zó groot belang is, dat
je aan die twee andere aspecten niet toekomt. Wij
betreuren dat.
Natuurlijk willen wij niets afdoen aan onze
waardering voor de burgers die bereid zijn zich
kandidaat te stellen en de noodzakelijke werkzaam
heden te verrichten. Het gaat er alleen om dat de
wijze waarop de procedure is gehanteerd of mis
schien het te weinig aandacht daarvoor hebben
eigenlijk inhoudt dat, populair gezegd, de stem
van het volk weinig meer doorklinkt. Dit zouden
wij nog eens uitdrukkelijk onder de aandacht van
het college en van de raad willen brengen.
Bijna voor alle commissies geldt dat men zich
zelf kandidaat stelt of zelf vervangingen voorstelt,
zonder dat er van buiten veel nieuw bloed in komt.
Vooral vanuit de groeperingen vinden wij het jam
mer dat dat niet gebeurt, en natuurlijk ook vanuit
de individuele burger.
In het onderhavige geval willen wij de gang