1160 14 SEPTEMBER 1978 behoort te zijn. Op grond daarvan waren wij van me ning dat de P.v.d.A. in het dagelijks bestuur van het stadsgewest vanuit het college vertegenwoordigd zou moeten zijn en de coördinatie van het stadsge west in het dagelijks bestuur zou moeten uitvoeren. Dat is echter in het college niet haalbaar ge bleken. Het vasthouden aan het eenmaal ingenomen standpunt door het C.D.A. is eerlijk gezegd voor ons een zware wissel op voortzetting van de colle giale verhoudingen geweest. Wij voelen dat toch weer een beetje als een klap op onze kop. Wellicht is het niet zo bedoeld, maar het is toch moeilijk dat te verwerken. Daardoor zijn er in de besprekin gen tussen de fractievoorzitters over de kandidaat stelling nogal wat moeilijkheden ontstaan. Van de zijde van D'66 was van het begin af aan te kennen gegeven dat men meende in het stads gewest vertegenwoordigd te moeten zijn. Daarop dacht men vanuit de opstelling in het verleden recht te hebben. Als zo'n vraag op tafel komt, is het onzes inziens goed er gehoor aan te geven. De komst van D'66 in het stadsgewest bleek tot slot toch niet bespreekbaar te zijn, zoals de stemming straks wel zal uitwijzen. Dit is bij de start van een nieuwe periode in onze ogen niet zo best. Wij hebben bepleit dat de P.v.d.A. vanuit het college zitting in het dagelijks bestuur van het stadsgewest zou krijgen. Dat is onze eerste keus geweest en onze belangrijkste inzet van de onder handelingen. Daarbij waren we bereid de vier C.D.A. leden die de raad zou kiezen, te accepteren. Het is moeilijk geweest van de ene op de an dere keuze over te stappen, want dat is in wezen wat er de laatste dagen moest gebeuren. Onze eerste keus was een oplossing waarbij 4 plaatsen door het C.D.A. zouden worden bezet, 2 door de P.v.d.A., 2 door de V.V.D. en 1 door D'66, terwijl de P.v.d.A vanuit het college een D.B.-zetel zou innemen. We hebben nog enige andere varianten besproken, maar de verdeling die ons mede gezien de onderhandelin gen een juiste oplossing leek om op één lijn te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1160