1179 18 SEPTEMBER 1978 tot de exorbitant hoge prijzen zal worden gekomen die elders in Breda in het kader van particuliere exploitatie wel eens worden gevraagd. We moeten hierbij evenwel niet denken aan zodanig betaalbare appartementen dat zij geschikt zijn voor één- en tweepersoonshuishoudens, want dan zouden ook de kosten van de restauratie er niet uit komen. Boven dien zouden dan ook de stichtingskosten zich moeten verhouden tot het gestelde in de nota-Van Dam. Il lusies op dat punt wil ik de raad dus ontnemen, want ik weet zeker dat dergelijke woningen niet zullen worden gerealiseerd. Uit het voorgaande volgt al dat de stuurgroep één- en tweepersoonshuishoudens hierin niet is ge kend, want dat zou in dit geval niet relevant zijn geweest. Het is duidelijk dat ook het comité bin nenstad ter zake niet behoefde te worden gehoord. Ik meen tenslotte dat ik de vraag van de heer Garritsen waarom de gemeente niet in staat was de restauratie ter hand te nemen in de beantwoording in de richting van de heer Oomen al heb meegenomen. De heer OOMEN: Ik vind het loffelijk dat de Stichting Stadsherstel dit project heeft aangepakt, maar naar onze mening moet die stichting zo'n pand na de restauratie niet doorverkopen aan een parti culier. Zij dient zelf de exploitatie ter hand te nemen. Als een soort vervangster van de gemeente zal zij op non-profit-basis het pand in gebruik moeten geven, ten dienste van het algemeen belang. Wij vinden dus dat er van een verkeerde aanpak sprake is, maar uit het antwoord van de wethouder heb ik begrepen dat over de functie van de stich ting nog nader zal worden gepraat, wat ik positief vind. De wethouder heeft gezegd dat overwaarde die wordt ontvangen bij doorverkoop van het pand aan een particulier in de stichtingspot vloeit. Dat had ik natuurlijk al begrepen, maar daarop doelde ik ook niet. Het pand komt uiteindelijk in handen van een particulier, die het weer kan verkopen. Ik

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1179